Instructieboekje, auto handleidingen

Achteruitrijcamera

Achteruitrijcamera

De achteruitrijcamera wordt automatisch geactiveerd wanneer de versnellingsbak in de achteruit staat.

Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden de beelden op het touchscreen of in het instrumentenpaneel weergegeven.

De achteruitrijcamera vormt een aanvulling op het parkeerhulpsysteem.

De achteruitrijcamera is een hulpmiddel voor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven en verantwoordelijk is.

 

Het is normaal dat onder aan het scherm een deel van de kentekenplaat zichtbaar is.

Achteruitrijcamera

De op de beelden weergegeven strepen kunnen u helpen bij de manoeuvre.

Ze worden weergegeven als strepen "op de weg" en geven geen indicatie van de positie van de auto ten opzichte van hoge obstakels (bijvoorbeeld andere auto's).

De blauwe strepen geven de rijrichting van de auto weer (de afstand tussen de strepen komt overeen met de breedte van uw auto zonder de buitenspiegels).

De rode steep geeft een ruimte van 30 cm direct achter de achterbumper van uw auto weer.

De groene strepen geven een afstand van circa 1 en 2 meter weer achter de achterbumper van uw auto.

Als de achterklep wordt geopend, verdwijnen de beelden van de camera.

Maak de achteruitrijcamera regelmatig schoon met een zachte, droge doek.

Wassen met een hogedrukspuit

Bewaar een afstand van minimaal 30 cm tussen de lans van de hogedrukreiniger en de lens van de camera.

    LESEN SIE MEHR:

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Storingen

    Bij een storing in het systeem gaat het verklikkerlampje in de schakelaar enkele seconden knipperen; vervolgens gaat het uit. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Bij slechte weersomstandigheden (zware regen, hagel enz.) kan het systeem tijdelijk minder nauwkeurig werken.

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Praktische informatie

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Werking

    Overgang naar de STOP-stand Het verklikkerlampje "ECO" op het instrumentenpaneel gaat branden en de motor wordt in de STOP-stand gezet: auto met een handgeschakelde versnellingsbak: als u bij een snelheid lager dan 20 km/h (of bij stilstaande auto in het geval van een auto met een e-THP 165-motor) de versnellingshendel in de neutraalstand zet en het koppelingspedaal loslaat, auto met een automatische transmissie: als u bij stilstaande auto het rempedaal intrapt of de selectiehendel in de stand N zet.