Actieve motorkap
Bij een frontale aanrijding met een lichaam, bijvoorbeeld een
voetganger,
zorgt het systeem van de actieve motorkap ervoor dat het achterste deel van
de motorkap omhoogkomt om het risico op een harde klap op het hoofd e.d.
van de voetganger te verminderen door de speling van de motorruimte te
vergroten.
Mechanisme actieve motorkap
Wanneer de sensoren achter de voorbumper contact met een lichaam,
bijvoorbeeld
een voetganger, vaststellen dat voldoet aan of hoger is dan de
drempelwaarde
terwijl er met de auto wordt gereden binnen het snelheidsbereik waarbij
het systeem in werking treedt, zal het systeem in werking treden en
ervoor zorgen
dat het achterste deel van de motorkap omhoogkomt.
- Sensoren
- Motorkap
- Hefsysteem
Werkingsvoorwaarden actieve motorkap
De actieve motorkap treedt in werking wanneer de auto een botsing signaleert
zoals hieronder omschreven:
- De voorbumper signaleert een frontale aanrijding met
bijvoorbeeld een voetganger
of iets groters terwijl er met de auto wordt gereden met een
snelheid
van ongeveer 25 - 55 km/h. (Het systeem wordt bediend bij een
aanrijding
die overeenkomt met de drempelwaarde of hoger, zelfs bij een minder
grote
aanrijding die geen sporen achterlaat op de voorbumper. Ook treedt
het systeem,
afhankelijk van de omstandigheden van de aanrijding en de
rijsnelheid,
mogelijk in werking bij een aanrijding met een licht of klein
voorwerp of een
klein dier.)
- In andere gevallen treedt het systeem mogelijk in werking
wanneer tegen het
onderste deel van de auto of de voorbumper wordt gestoten,
bijvoorbeeld:
- Tegen een stoeprand botsen
- In een diepe kuil rijden
- Hard neerkomen
- Het raken van de helling van een parkeerplaats, een
glooiende weg, een
uitstekend of vallend voorwerp
WAARSCHUWING ■Wanneer de actieve motorkap wordt
geactiveerd
- Trek de ontgrendelingshendel van de motorkap niet naar u
toe. Wanneer u dit doet
nadat de actieve motorkap in werking is getreden, zal de
motorkap verder omhoogkomen
en mogelijk letsel veroorzaken.
Rijd niet met een motorkap die omhoog is gekomen, anders
wordt het zicht van de
bestuurder mogelijk gehinderd, wat een ongeval kan
veroorzaken.
Druk niet met kracht op de motorkap. De omhooggekomen
motorkap kan niet met
de hand in de oorspronkelijke positie worden teruggebracht.
Als u dat wel doet, kan
de motorkap vervormd raken of letsel veroorzaken.
Laat, als de actieve motorkap is geactiveerd, de auto
nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Breng, als de actieve motorkap is
geactiveerd, de auto
onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
- Raak direct nadat de actieve motorkap in werking is
getreden het hefsysteem niet
aan, omdat dit heet kan zijn en brandwonden kan veroorzaken.
|
■ Voorzorgsmaatregelen actieve motorkap
- Neem vóór het afvoeren van uw auto contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
- Het systeem van de actieve motorkap kan niet opnieuw worden
gebruikt wanneer deze
geactiveerd is geweest. Laat het vervangen door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■ Omstandigheden waaronder de actieve motorkap mogelijk niet juist
werkt
Mogelijk werkt de actieve motorkap onder de volgende omstandigheden niet
juist:
- Als een voetganger in botsing komt met de rechter- of linkerhoek
van de voorbumper
of de zijkant van de auto. Het systeem werkt mogelijk niet doordat
dergelijke botsingen
niet goed kunnen worden gesignaleerd.
- Als de rijsnelheid niet juist wordt gesignaleerd, bijvoorbeeld
wanneer de auto zijwaarts
glipt, werkt het systeem mogelijk niet goed.
■ Omstandigheden waaronder de actieve motorkap mogelijk niet werkt
Mogelijk werkt de actieve motorkap onder de volgende omstandigheden
niet:
- Een botsing met een liggende voetganger
- Een frontale stoot tegen de voorbumper bij een rijsnelheid die
niet binnen het bereik
ligt waarbij het systeem in werking treedt
- Een aanrijding van opzij of van achteren
- Over de kop slaan van de auto (bij sommige aanrijdingen treedt
de actieve motorkap
mogelijk in werking)
OPMERKING ■ Voorzorgsmaatregelen actieve
motorkap
- Sluit de motorkap voordat u gaat rijden, aangezien het
systeem mogelijk niet goed
werkt wanneer de motorkap niet volledig is gesloten.
- Controleer ook of alle banden de voorgeschreven maat en
spanning hebben
. Als banden met een verschillende maat worden gebruikt,
werkt het
systeem mogelijk niet goed.
- Als iets het gebied rond de voorbumper heeft geraakt,
raken de sensoren mogelijk
beschadigd, zelfs wanneer de actieve motorkap niet is
geactiveerd. Laat de auto controleren
door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
- Verwijder of repareer de onderdelen of bedrading van de
actieve motorkap niet.
Anders kan het systeem onbedoeld worden geactiveerd of werkt
het systeem mogelijk
niet goed. Als reparatie of vervanging noodzakelijk is, neem
dan contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
- Verwijder onderdelen als de voorbumper, motorkap of
wielophanging niet en vervang
ze niet door niet-originele onderdelen. Anders werkt het
systeem mogelijk niet
goed.
- Plaats niks op de voorbumper of de motorkap. Anders
kunnen de sensoren een aanrijding
mogelijk niet goed waarnemen of werkt het systeem mogelijk
niet goed.
- Sluit de motorkap niet met kracht en oefen geen
belasting uit op het hefsysteem.
Anders kan dat systeem beschadigd raken en werkt het
mogelijk niet goed.
- Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan,
aangezien veranderingen in de
wagenhoogte ervoor kunnen zorgen dat het systeem niet goed
werkt.
|
LESEN SIE MEHR:
Met dit systeem kunnen de voorpassagiersairbag en de knie-airbag voor
de
voorpassagier worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbags alleen uit als er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel
gebruikt wordt.
Controlelampje PASSENGER AIR
BAG.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als er kinderen in de
auto
aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
U wordt aangeraden om kinderen op de achterstoelen te vervoeren
om te
voorkomen dat ze per ongeluk tegen onderdelen aankomen, zoals de
selectiehendel,
de ruitenwisserschakelaar, enz.
Gebruik het kinderslot van het achterportier of de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening om te voorkomen dat kinderen het portier openen
tijdens het
rijden of per ongeluk de elektrisch bedienbare ruit bedienen.
Laat kleine kinderen geen onderdelen bedienen waarbij
lichaamsdelen vast
kunnen komen te zitten of bekneld kunnen raken, zoals de elektrisch
bedienbare
ruiten, de motorkap, de klep van de bagageruimte, de stoelen
enzovoort.
WAARSCHUWING
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit
met de sleutel spelen.
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het
brandstofverbruik te reduceren.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.