Instructieboekje, auto handleidingen

Adviezen

Kinderzitjes

De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding.

Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar kunnen brengen.

Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.

Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.

Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende ruimte tussen de voorstoel en:

  • het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
  • de voeten van het kind in het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting".

Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop.

Voor een optimale bevestiging van het kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" is het noodzakelijk dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.

Voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst, moet u de hoofdsteun van de desbetreffende passagiersstoel verwijderen.

Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed is opgeborgen of vastgemaakt om te voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling remmen een gevaarlijk projectiel wordt.

Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.

Kinderen voorin

De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen op de voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd u aan de regels die gelden in het land waar u zich bevindt.

Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.

Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.

Plaatsen van een zitverhoger

Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.

Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.

PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.

Laat uit veiligheidsoverwegingen:

  • geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,
  • nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,
  • de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.

Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk geopend worden.

Zorg er voor dat de achterportierruiten niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden.

Plaats zonneschermen om jonge kinderen tegen de zon te beschermen.

    LESEN SIE MEHR:

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes

    Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Elektrische kinderbeveiliging

    De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en blokkeert de bediening van de achterportierruiten.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Sfeerverlichting

    Selecteer het volgende met behulp van het aanraakscherm:   Selecteer de instellingenoptie in de functiebalk.   Selecteer sfeerverlichting.