Audioeenheid - Auto's met: AM/FM/CD
WAARSCHUWING
Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over
de auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer voorzichtig te werk te
gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kunnen
afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van uw auto.
We raden het gebruik van handheld-apparaten tijdens het rijden af en
adviseren waar mogelijk het gebruik van spraakgestuurde systemen. Zorg dat u
zich bewust bent van alle nationale wetten met betrekking tot het gebruik
van elektronische apparaten tijdens het rijden.
N.B.: Afhankelijk van het model
en optiepakket van uw auto, kan uw systeem er anders uitzien dan hier is
afgebeeld.
- VOL
en aan/uit: Druk hierop om het systeem in en uit te schakelen. Draai
hieraan om het volume aan te passen.
- Cd-sleuf:
Plaats een cd.
- TUNE:
Draai deze knop om de frequentie te zoeken in stappen.
- Zoeken,
snel vooruit en achteruit: In de radiomodus selecteert u een
frequentieband en drukt u op een van deze toetsen. Het systeem stopt bij
de eerste radiozender die wordt gevonden in die richting. In Mediamodus
drukt u hierop om het volgende of vorige nummer te selecteren. Houd
ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit of achteruit te spoelen.
- Uitwerpen:
Druk hierop om een cd uit te werpen.
|
LESEN SIE MEHR:
Radiofrequenties en factoren voor een goede radio-ontvangst
N.B.: Langdurig naar luide
audio luisteren kan uw gehoor beschadigen.
Factoren
voor radio-ontvangst
Afstand en sterkte
Naarmate u verder van een FM-zender
verwijderd bent, hoe zwakker het signaal wordt en hoe zwakker de
ontvangst.
Terrein
Heuvels, bergen, hoge gebouwen,
bruggen, tunnels, snelwegviaducten, parkeergarages, dicht op
elkaar staande bomen en onweersbuien kunnen de ontvangst
verslechteren.
Overbelasting zender
Wanneer u dichtbij een
radiozendmast rijdt, kan een sterker signaal een zwakker signaal
verdringen en interferentie in het audiosysteem veroorzaken.
WAARSCHUWINGAfleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over
de auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer voorzichtig te werk te
gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kunnen
afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van uw auto.
We raden het gebruik van handheld-apparaten tijdens het rijden af en
adviseren waar mogelijk het gebruik van spraakgestuurde systemen. Zorg dat u
zich bewust bent van alle nationale wetten met betrekking tot het gebruik
van elektronische apparaten tijdens het rijden.
N.B.: Afhankelijk van het model
en optiepakket van uw auto, kan uw systeem er anders uitzien dan hier is
afgebeeld.
CD:
Druk op deze knop om een cd te beluisteren. Druk op de functietoetsen om
door de menukeuzes te bladeren.
GELUID:
Druk hierop voor toegang tot instellingen voor Treble, Midrange, Bass,
Fade of Balance. Gebruik de pijltjestoetsen omhoog en omlaag om de
diverse instellingen te kiezen. Wanneer u een keuze maakt, drukt u op de
pijltjestoetsen links en rechts om de instellingen aan te passen. Druk
op OK om in te stellen of druk op MENU om af te sluiten.
Geluidsinstellingen kunnen voor elke audiobron afzonderlijk worden
ingesteld.
Display:
toont de status van de momenteel geselecteerde modus.
Numeriek
toetsenbord: In de radiomodus kunt u hiermee uw favoriete
radiozenders opslaan en terugroepen. Om een radiozender op te slaan,
stemt u af op de zender. Druk vervolgens op een van de nummertoetsen en
blijf deze indrukken totdat er weer geluid klinkt. In Mediamodus
selecteert u hiermee een nummer. In telefoonmodus voert u hiermee een
telefoonnummer in.
Functietoetsen:
Selecteer verschillende functies van het audiosysteem, afhankelijk van
de modus die u gebruikt (bijvoorbeeld Radiomodus of Mediamodus).
TUNE:
Stel deze toets af om handmatig door de radiofrequentieband te zoeken.
Uitwerpen:
Druk hierop om een cd uit te werpen.
Zoeken,
snel vooruit en achteruit: In de radiomodus selecteert u een
frequentieband en drukt u op deze toets. Het systeem stopt bij het
eerste radiostation dat wordt gevonden in die richting. In Mediamodus
drukt u hierop om het vorige of volgende nummer te selecteren. Houd
ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit of achteruit te spoelen.
Einde
telefoongesprek: Druk hierop om een telefoonoproep te beëindigen.
OK
en pijltjestoetsen: Druk op OK om menukeuzes te bevestigen.
Druk hierop om door de menukeuzes te bladeren.
Cd-sleuf:
Plaats een cd.
Oproep
beantwoorden: Druk hierop om een inkomend gesprek te beantwoorden of
om iemand te bellen.
Afspelen/pauzeren:
Druk hierop in om de zender te dempen. In mediamodus draait u hieraan om
een nieuw nummer te selecteren. Druk de toets in om een nummer af te
spelen of te onderbreken.
VOL
en aan/uit: Druk hierop om het systeem in en uit te schakelen. Draai
hieraan om het volume aan te passen.
MENU:
Druk hierop voor toegang tot verschillende audiosysteemfuncties.
Raadpleeg Menustructuur verderop in dit deel.
PHONE:
Druk op deze toets voor toegang tot de telefoonfuncties van het
SYNC-systeem. Zie uw SYNC-informatie.
MEDIA:
Druk hierop om het menu voor de mediabron te openen. U kunt hier
herhaaldelijk op drukken om een cd of een SYNC-media-apparaat te
selecteren of u kunt met de pijltjestoetsen door de mediabronnen
bladeren. Druk op OK om een bron te selecteren.
KLOK:
Als de telefoonmodus niet is ingeschakeld, drukt u hierop om de klok
weer te geven.
RADIO:
Druk herhaaldelijk hierop om een radiofrequentieband te selecteren. Houd
de toets ingedrukt om de functie voor automatisch opslaan te selecteren.
Druk erop om terug te keren naar het hoofdscherm van de huidige
radiofrequentieband.
TA:
Druk hierop om de verkeersberichten in of uit te schakelen en eventuele
actieve berichten te annuleren.
De 12 V aansluiting is ontworpen om mobiele telefoons en andere apparaten
die in de auto gebruikt kunnen worden, op te laden. Deze apparaten mogen niet
meer dan 10 A afnemen als de motor draait.
LET OP
Gebruik de 12 V aansluiting alleen als de motor draait en verwijder de plug van het apparaat na gebruik uit de aansluiting. Als de 12 Vaansluiting gedurende langere tijd wordt gebruikt als de motor niet draait, kan de accu te ver ontladen.
Gebruik alleen elektrische apparatuur die werkt op 12 V en maximaal 10 A afneemt.
Zet de airconditioning of de verwarming in de laagste stand als de 12 V aansluiting wordt gebruikt.
Plaats het afdekkapje op de aansluiting wanneer deze niet wordt gebruikt.
Sommige elektronische apparaten die op de 12 V aansluiting worden aangesloten, kunnen storingen veroorzaken. De problemen kunnen variëren van een slechte radio ontvangst tot storingen in de elektronische systemen en apparaten in de auto.
Vermijd het gebruik van de verwarming of airconditioning als u het multifunctionele stopcontact gebruikt. Indien u de verwarming of airconditioning toch tegelijkertijd moet gebruiken, zet deze dan op de laagste stand.
Sommige elektrische apparaten kunnen elektromagnetische interferentie veroorzaken. Dit kan tot storingen, een slechte audio / video ontvangst of een slechte werking van het elektrisch systeem leiden.
Zorg ervoor dat elektrische apparaten goed op het multifunctionele stopcontact zijn aangesloten. Losse contacten kunnen elektrische storingen veroorzaken.