Bedien de hendel als volgt om de ruitenwissers te bedienen. De hendel keert direct na bediening terug in zijn oorspronkelijke positie.
Ruitenwissers met intervalafstelling
Het wisinterval kan worden gewijzigd als de intervalstand wordt geselecteerd.
Het interval van de ruitenwissers voor wordt verkort naarmate de rijsnelheid hoger wordt.
De ruitenwissers zullen automatisch een aantal slagen maken als de ruitensproeiers worden ingeschakeld.
Als het contact AAN staat, de koplampen zijn ingeschakeld en u de hendel naar u toe trekt, werken de koplampsproeiers één keer. Daarna werken de koplampsproeiers elke vijfde keer dat u de hendel naar u toe trekt.
Ruitenwissers met regensensor
In de AUTO-modus beginnen de ruitenwissers automatisch te wissen als de sensor signaleert dat het regent. De wissnelheid wordt automatisch afgestemd op de hoeveelheid neerslag en de rijsnelheid.
Het controlelampje van de AUTO-modus gaat branden wanneer de AUTO-modus wordt geselecteerd.
*1: Na een enkele slag keert de functie weer terug naar de AUTO-modus.
*2: De AUTO-modus wordt geannuleerd.
Als de AUTO-modus is geselecteerd, kan de gevoeligheid van de sensor als volgt worden afgesteld door aan de schakelaarring te draaien:
De ruitenwissers zullen automatisch een aantal slagen maken als de ruitensproeiers worden ingeschakeld.
Als het contact AAN staat, de koplampen zijn ingeschakeld en u de hendel naar u toe trekt, werken de koplampsproeiers één keer. Daarna werken de koplampsproeiers elke vijfde keer dat u de hendel naar u toe trekt.