Instructieboekje, auto handleidingen

Brandstoftank

Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 72 liter (of 55 liter, afhankelijk van de uitvoering).

Brandstof

Openen

  • Druk op de toets.

    Dit is gedurende enkele minuten na het afzetten van het contact mogelijk. Zet het contact nog een keer aan om deze functie opnieuw te activeren (indien nodig).

Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem in de STOP-stand is geschakeld; zet in dat geval altijd het contact af met de sleutel of met de knop "START/STOP" indien uw auto is voorzien van het Keyless entry and start-systeem.

Brandstof

Tanken

Als er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt, wordt deze stijging van het brandstofniveau niet weergegeven op de brandstofmeter.

Tijdens het openen van de tankdop kan een geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk die ontstaat door de afdichting van het brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.

  • Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van de brandstofvulklep van uw auto).
  • Open de vuldop door deze een kwart omwenteling linksom te draaien.
  • Verwijder de vuldop en plaats deze op de steun (aan de klep).
  • Steek het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep A in.
  • Vul de brandstoftank. Laat het vulpistool maximaal drie keer afslaan, aangezien er anders storingen kunnen optreden.
  • Plaats de vuldop terug en sluit deze door de dop een kwart omwenteling rechtsom te draaien.
  • Druk de klep van de tankdop dicht.

Uw auto is voorzien van een katalysator, die de schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen vermindert.

Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije benzine worden gebruikt.

Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine worden getankt.

Indien u per vergissing de verkeerde brandstof voor uw auto tankt, moet de tank beslist worden afgetapt voordat de motor kan worden gestart.

Minimumbrandstofniveau

Als het minimumbrandstofniveau is bereikt, gaat dit waarschuwingslampje branden, in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.

Als dit lampje gaat branden, zit er nog ongeveer 7 liter brandstof in de tank.

Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u zonder brandstof komt te staan.

Onderbreking brandstoftoevoer

Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer afsluit.

    LESEN SIE MEHR:

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Brandstof

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Tankbeveiliging diesel

    Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan de motor, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Waarschuwing te lage bandenspanning

    Bij een te lage bandenspanning brandt dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en, afhankelijk van de uitrusting, in combinatie met de weergave van een melding. Als er een afwijking in de bandenspanning van één band wordt geconstateerd, kan deze band worden herkend aan het pictogram of, afhankelijk van de uitvoering, de weergegeven melding. Verlaag onmiddellijk de snelheid, maak geen bruuske stuurbewegingen en rem niet plotseling hard af. Zet uw auto stil zodra de verkeerssituatie dit toelaat. Controleer de spanning van de vier banden (bij koude banden) als u over een compressor beschikt, bijvoorbeeld die van de bandenreparatieset.