Instructieboekje, auto handleidingen

Demonteren van het wiel

Demonteren van het wiel

Stilzetten van de auto

Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.

Trek de parkeerrem aan (tenzij deze geprogrammeerd is in de automatische stand), zet het contact af en schakel de eerste versnelling* in om de wielen te blokkeren.

Controleer of het verklikkerlampje remsysteem en het controlelampje P op de parkeerremhendel branden.

Plaats indien nodig een wielblok tegen het wiel tegenover het te verwisselen wiel.

Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op een veilige plaats bevinden.

Demonteren van het wiel

Werkwijze

  • Verwijder de sierdop van de wielbouten met het gereedschap 3 (volgens uitvoering) of verwijder de naafdop met behulp van gereedschap 4.
  • Bevestig de dop 5 op de wielsleutel 1 en draai de slotbout een omwenteling los (volgens uitvoering).
  • Draai de overige wielbouten niet meer dan een kwartslag los met alleen de wielsleutel 1.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een bok.

* Stand R van de elektronisch gestuurde versnellingsbak of stand P van de automatische versnellingsbak.

Demonteren van het wiel

  • Plaats de voet van de krik 2 op de grond, loodrecht onder een van de twee steunpunten aan de voorzijde A of achterzijde B. Gebruik het steunpunt dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel bevindt.

Demonteren van het wiel

  • Draai de krik 2 uit tot de kop van de krik het gebruikte steunpunt A of B raakt. Het middelste deel van de kop moet goed in het steunpunt A of B steken.
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik wegschuiven of wegzakken - Kans op letsel! Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en zorg ervoor dat de kop van de krik goed tegen het midden van het steunpunt drukt. Zo niet, dan kan de auto beschadigd raken en/of de krik wegzakken - Kans op letsel!

Demonteren van het wiel

  • Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
  • Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.
  • Verwijder het wiel.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Terugplaatsen van de lier en het reservewiel

    Deze procedure moet worden uitgevoerd met of zonder het reservewiel. Voer zonder het reservewiel de stappen A en D uit.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Monteren van het wiel

    Bevestiging van het noodreservewiel

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Laden met behulp van een acculader

    Bij auto's met het Stop & Start-systeem hoeven de accukabels tijdens het opladen niet losgenomen te worden. Maak de accupoolklemmen los. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader. Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel. Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en klemmen. Na het monteren van de accu duurt het even voordat het Stop & Startsysteem weer zal werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk van klimatologische omstandigheden en de laadtoestand van de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).