Instructieboekje, auto handleidingen

Display-instellingen

Instelmogelijkheden voor het afstellen van het contrast en de helderheid van het scherm.

Het display kan ook worden uitgeschakeld.

Scherm voor display-instellingen

Ga naar "Display": toets MENU → "Display"

  1. Scherm uitschakelen.
  2. Schermkwaliteit wijzigen.
  3. Schermkwaliteit van de camera van het Rear Monitor-systeem wijzigen.
  4. Instellen dagmodus.

Instellingen

Scherm uit

Met deze instelling wordt het scherm uitgeschakeld. Druk op een willekeurige toets, bijvoorbeeld AUDIO of MENU, om het scherm in te schakelen.

Indien een afbeelding voor scherm uit is ingesteld, wordt de ingestelde afbeelding weergegeven.

Dagmodus

Als de koplampen worden ingeschakeld, wordt het scherm gedimd.

Het scherm kan echter wel weer worden teruggezet in de dagstand door "Dagmodus" te selecteren.

De dagmodus blijft vervolgens ingeschakeld zolang de verlichting brandt, tot opnieuw "Dagmodus" wordt geselecteerd.

Instellen van het contrast/de helderheid/de kleur/de toon van het scherm

1. Selecteer "Algemeen" of "Camera" op het scherm "Display" of selecteer "Display" op het menuscherm van het audiosysteem.

2. Stel het display naar wens af door de bedieningsknop rechtsom (+) of linksom (-) te draaien.

Beweeg de bedieningsknop naar links om "Contrast", "Helderheid", "Kleur" of "Toon" te selecteren. ("Kleur" en "Toon" zijn beschikbaar wanneer "Display" is geselecteerd op het scherm voor audio-instellingen voor elke audiobron.)

■Wijzigen van de voorbeeldafbeelding (wanneer "Algemeen" is geselecteerd) Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer de gewenste voorbeeldafbeelding.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Spraakinstellingen

    U kunt het volume van de stembegeleiding aanpassen. Ga naar "Spraakinstellingen": toets MENU → "Instellingen" → "Spraak" Wijzig het volume van de stembegeleiding.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Gebruik van het audiosysteem

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning

    Neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, luchtroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven. Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden. Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiek vervangen (zie de rubriek "Controles").