Auto vergrendeld/
supervergrendeld
Houd, wanneer u zich buiten
de
detectiezone bevindt, de knop A
van de elektronische sleutel
ingedrukt. De auto wordt dan
eerst ontgrendeld waarna de
achterklep wordt geopend.
Druk, wanneer u zich met de elektronische
sleutel op zak binnen de detectiezone
bevindt, op de knop B van de achterklep.
De snelheidsregelaar moet zijn ingeschakeld.
De ingestelde snelheid wijzigen met behulp
van de geprogrammeerde snelheden via uw
Autoradio:
schakel eerst de functie in (zie de rubriek
"Opslaan van snelheden"),
houd de toets 2 of 3 ingedrukt, het systeem
geeft de geprogrammeerde snelheid
weer die het dichtste bij de actuele
wagensnelheid ligt; deze snelheid wordt de
nieuwe ingestelde snelheid,
druk nogmaals op de toets 2 of 3 om een
andere snelheid te selecteren.