Hoogteverstelling
- Stel de head-up display bij draaiende
motor op de gewenste hoogte af met de
knop 2:
- naar achteren om de head-up display
hoger af te stellen,
- naar voren om de head-up display lager
af te stellen.
Regelen van de lichtsterkte
- Stel bij draaiende motor de lichtsterkte van
de head-up display in met de knop 3:
- naar achteren om de lichtsterkte te
verhogen,
- naar voren om de lichtsterkte te
verlagen.
Het is raadzaam de knoppen uitsluitend
bij stilstaande auto te bedienen.
Leg nooit voorwerpen rondom het
projectiescherm (of op de afdekking)
zodat het uitklappen en de goede
werking van het scherm niet verhinderd
wordt.
Bij bepaalde weersomstandigheden
(regen en/of sneeuw, zeer zonnig, ...)
kan de informatie op het head-up display
tijdelijk minder goed leesbaar zijn.
Sommige zonnebrillen kunnen het lezen
van de informatie hinderen.
Gebruik een schone en zachte doek
(bijvoorbeeld een brillendoekje
of microfiber doekje) om het
projectiescherm te reinigen. Gebruik
nooit een droge doek, een schuurspons,
schoonmaak- of oplosmiddel om te
voorkomen dat er krassen ontstaan
op het scherm of de anti-reflecterende
functie beschadigd raakt.
LESEN SIE MEHR:
Als de head-up display is ingeschakeld, geeft
deze de volgende informatie weer:
De snelheid van uw auto.
De informatie van de snelheidsregelaar/-
begrenzer.
De aanwijzingen van het navigatiesysteem
(volgens uitvoering).
Raadpleeg voor meer informatie over
het navigatiesysteem de rubriek "Audio
en telematica".
Trap het rempedaal in en selecteer de
stand P of N.
Start de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Trap bij draaiende motor het rempedaal in.
Zet de parkeerrem vrij als deze niet in de
automatische stand staat.
Selecteer de stand R, D of M.
Laat het rempedaal geleidelijk los.