Instructieboekje, auto handleidingen

Hoogteverstelling

  • Stel de head-up display bij draaiende motor op de gewenste hoogte af met de knop 2:
    • naar achteren om de head-up display hoger af te stellen,
    • naar voren om de head-up display lager af te stellen.

Regelen van de lichtsterkte

Regelen van de lichtsterkte

  • Stel bij draaiende motor de lichtsterkte van de head-up display in met de knop 3:
    • naar achteren om de lichtsterkte te verhogen,
    • naar voren om de lichtsterkte te verlagen.
Het is raadzaam de knoppen uitsluitend bij stilstaande auto te bedienen.

Leg nooit voorwerpen rondom het projectiescherm (of op de afdekking) zodat het uitklappen en de goede werking van het scherm niet verhinderd wordt.

 

Bij bepaalde weersomstandigheden (regen en/of sneeuw, zeer zonnig, ...) kan de informatie op het head-up display tijdelijk minder goed leesbaar zijn.

Sommige zonnebrillen kunnen het lezen van de informatie hinderen.

Gebruik een schone en zachte doek (bijvoorbeeld een brillendoekje of microfiber doekje) om het projectiescherm te reinigen. Gebruik nooit een droge doek, een schuurspons, schoonmaak- of oplosmiddel om te voorkomen dat er krassen ontstaan op het scherm of de anti-reflecterende functie beschadigd raakt.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Informatie op het head-up display

    Als de head-up display is ingeschakeld, geeft deze de volgende informatie weer: De snelheid van uw auto. De informatie van de snelheidsregelaar/- begrenzer. De aanwijzingen van het navigatiesysteem (volgens uitvoering). Raadpleeg voor meer informatie over het navigatiesysteem de rubriek "Audio en telematica".

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Snelheden opslaan

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Wegrijden

    Trap het rempedaal in en selecteer de stand P of N. Start de motor. Als niet aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en verschijnt een melding op het display van het instrumentenpaneel. Trap bij draaiende motor het rempedaal in. Zet de parkeerrem vrij als deze niet in de automatische stand staat. Selecteer de stand R, D of M. Laat het rempedaal geleidelijk los.