Hulpstartkabels aansluiten
- Auto
met lege accu.
- Auto
met hulpaccu.
- Positieve
hulpstartkabel.
- Negatieve
hulpstartkabel.
|
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de kabels niet met draaiende onderdelen en onderdelen van
het brandstoftoevoersysteem in aanraking kunnen komen.
Parkeer het hulpvoertuig zo dicht mogelijk bij de motorkap van de
stilgevallen auto. Zorg er daarbij voor dat de twee voertuigen elkaar niet
raken.
- Schakel het contact van beide auto's uit en schakel alle
stroomverbruikers uit.
- Sluit de positieve (+) hulpstartkabel aan op de positieve (+) pool van
de lege accu.
- Sluit ten slotte de negatieve (-) kabel aan op een zichtbaar metalen
deel van de motor van de stilgevallen auto, uit de buurt van de accu en het
systeem voor brandstofinspuiting, of sluit de negatieve (-) kabel aan op een
massapunt indien beschikbaar.
WAARSCHUWINGSluit het uiteinde van de tweede kabel niet aan op de minpool (-) van de
te starten accu. Een vonk kan ervoor zorgen dat de gassen rond de accu
exploderen.
Zorg ervoor dat de kabels niet met draaiende onderdelen en onderdelen van
het brandstoftoevoersysteem in aanraking kunnen komen.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWINGHoud accu's buiten het bereik van kinderen. Accu's bevatten zwavelzuur.
Voorkom contact met huid, ogen of kleding. Wanneer u in de buurt van een
accu werkt, moet u uw ogen beschermen tegen mogelijke spatten van de
zuuroplossing. Wanneer accuzuur op de huid of in de ogen komt, spoel dan
onmiddellijk en gedurende minstens 15 minuten met water af en zorg direct
voor medische hulp. Zoek direct medische hulp wanneer accuzuur is
doorgeslikt.
Bij accu's komen explosieve gassen vrij, die tot persoonlijk letsel
kunnen leiden. Zorg daarom dat er geen vuur, vonken of verlichting bij de
accu in de buurt zijn. Wanneer u in de buurt van een accu werkt, moet u uw
gezicht steeds afschermen en uw ogen beschermen. Zorg steeds voor goede
ventilatie.
Start de motor van de hulpauto en drijf het toerental wat op of trap het
gaspedaal zachtjes in om uw motortoerental tussen 2000 en 3000 omw/min. te
houden, zoals te zien op uw toerenteller.
Start de motor van de stilgevallen auto.
Zodra de stilgevallen auto is gestart, laat u beide motoren nog eens
drie minuten draaien voordat u de hulpstartkabels loskoppelt.
Verwijder de hulpstartkabels in omgekeerde volgorde van aansluiten.
Verwijder de zitting 1 uit de bevestigingen
door de zitting omhoog te trekken.
Terugplaatsen van de zitting
Plaats de zitting 1 in verticale richting in de
bevestigingen.