Koelvloeistof
Het hogedrukkoelsysteem is voorzien van een reservoir dat gevuld is met
een koelvloeistof die ook voldoende bescherming biedt tegen bevriezing.
Het reservoir is in de fabriek gevuld Controleer de vorstbescherming en
het koelvloeistofpeil ten minste eenmaal per jaar, aan het begin van het
winterseizoen en voordat u naar een kouder klimaat reist.
LET OP
- Als de motor oververhit raakt als gevolg van een te laag koelvloeistofniveau, kan het te snel bijvullen van de koelvloeistof barsten in de motor veroorzaken. Vul koelvloeistof langzaam en in kleine hoeveelheden bij om schade te voorkomen.
- Ga niet rijden zonder koelvloeistof. Anders kan de waterpomp beschadigd raken, de motor kan vastlopen, enz.
Koelvloeistofpeil controleren
WAARSCHUWING
Radiateurdop verwijderen
- Verwijder de radiateurdop nooit terwijl de motor draait of nog een hoge temperatuur heeft. Hierdoor zou het koelsysteem en de motor beschadigd kunnen raken. Ook kan hete koelvloeistof of stoom ernstig letsel veroorzaken.
- Zet de motor uit en wacht tot deze is afgekoeld. Verwijder de radiateurdop uiterst voorzichtig. Wikkel een dikke doek rond de radiateurdop en draai deze linksom tot de eerste aanslag. Ga een stukje achteruit wanneer de druk uit het koelsysteem ontsnapt. Pas als u zeker weet dat er geen overdruk meer is, drukt u de dop met de doek in en draait u deze verder linksom los.
- Verwijder de radiateurdop of de aftapplug niet als de motor en de radiateur nog heet zijn, zelfs niet als de motor niet loopt. Er kan nog steeds hete koelvloeistof en stoom ontsnappen, wat ernstig letsel kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
De
elektromotor (koelventilator) wordt geregeld door de temperatuur van de koelvloeistof, de koudemiddeldruk en de rijsnelheid. De elektromotor werkt soms zelfs wanneer de motor niet draait. Wees extra voorzichtig wanneer u in de buurt van de bladen van de koelventilator werkt en zorg dat de bladen u niet kunnen raken. Als de koelvloeistoftemperatuur daalt, wordt de elektromotor automatisch uitgeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel. Als uw auto met GDI
is uitgerust, kan de elektromotor (koelventilator) blijven draaien totdat
u de minkabel van de accu loskoppelt.
Controleer de toestand en de aansluitingen van alle slangen van het
koelsysteem en van de verwarming. Vervang beschadigde en slechte slangen
Het koelvloeistofniveau dient tussen de merktekens F (vol) en L (leeg) aan de
zijkant van het expansievat te liggen als de motor koud is Vul als het
peil laag is voldoende voorgeschreven koelvloeistof bij om het systeem
tegen vorst en corrosie te beschermen Vul bij tot de F (vol), maar vul
niet te veel bij. Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is, moet u het
systeem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan
om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
Aanbevolen koelvloeistof
- Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd of
gedemineraliseerd water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon
kraanwater. Een onjuist koelvloeistofmengsel kan storingen en schade
aan de motor veroorzaken.
- De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen. Gebruik daarom
een koelvloeistof op ethyleen glycolbasis met fosfaat ter voorkoming
van corrosie en bevriezing.
- Gebruik GEEN koelvloeistof op ethanol of methanol basis; meng
ook geen ethanol of methanol antivries met de voorgeschreven
koelvloeistof.
- Gebruik geen mengsel met meer dan 60% of minder dan 35%
antivries; in dat geval is een optimale koelende werking niet
gewaarborgd Zie de volgende tabel voor de mengverhouding.
WAARSCHUWING
Radiateurdop
Verwijder de radiateurdop niet als de motor en radiateur heet zijn. Er kan nog steeds gloeiend hete koelvloeistof en stoom ontsnappen, waardoor er ernstig letsel kan ontstaan.
Koelvloeistof verversen
Laat de koelvloeistof verversen door een professionele werkplaats. Kia
raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
LET OP Leg een dikke doek rond de vulopening om te voorkomen dat als er gemorst wordt, koelvloeistof op de dynamo of andere onderdelen van de motor terechtkomt.
WAARSCHUWING Koelvloeistof
- Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
- Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit op de voorruit terechtkomt, waardoor u de macht over de auto kunt verliezen. Bovendien kan het de lak beschadigen.
LESEN SIE MEHR:
Motoroliepeil controleren
Controleer of de auto horizontaal staat.
. Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur
komen.
Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat de olie naar
het carter terug kan lopen.
Trek de peilstok uit de houder, veeg hem schoon en steek hem
weer geheel in de houder.
Controle rem en koppelingsvloeistofpeil
Controleer regelmatig het vloeistofpeil in het reservoir. Het
vloeistofpeil moet zich tussen de merktekens MAX en MIN aan de zijkant van
het reservoir bevinden Reinig het gebied rondom de dop van het reservoir
grondig voordat u de dop verwijdert en vloeistof bijvult, om te voorkomen
dat de vloeistof verontreinigd raakt Vul vloeistof bij tot aan het
merkteken MAX wanneer het peil te laag is. Het peil van de vloeistof zal
met een oplopende kilometerstand dalen. Dit is normaal en wordt
veroorzaakt door het slijten van de remvoeringen Laat het systeem
nakijken door een professionele werkplaats als het vloeistofpeil
buitensporig laag is. Kia raadt aan om een officiële
Kia dealer/servicepartner te bezoeken Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof (zie "Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden" op bladzijde
) Meng nooit verschillende soorten vloeistof door elkaar.
Met behulp van het additief AdBlue, dat
ureum bevat, zet een katalysator tot 85%
van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu.