Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient
zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MAXI" te
bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van
de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
De koelventilator kan ook nog gaan
draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voorwerpen en kleding
uit de buurt van de ventilator.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden
aan het koelsysteem uit te voeren ten minste
1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst 2 omwentelingen los om de druk te laten
dalen. Verwijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeistof bij.
Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te worden.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
LESEN SIE MEHR:
Het remvloeistofniveau dient zich
zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MAXI" te
bevinden. Controleer indien dit niet het geval is
of de remblokken van uw auto zijn versleten.
Wanneer uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, wordt een te laag
vloeistofniveau van de ruiten- en koplampsproeiers
aangegeven door een geluidssignaal en een
melding op het display van het instrumentenpaneel.
WAARSCHUWING
Zorg er voordat u wegrijdt voor dat de band de voorgeschreven
bandenspanning heeft. Controleer voortdurend de bandenspanning tot de
band is vervangen.
Stop uw auto nadat u ongeveer 10 km hebt gereden. Controleer en
corrigeer zo nodig de spanning van de beschadigde band.
Bevestig de set met afdichtmiddel voor banden en controleer de
bandenspanning op drukmeter D.
Wanneer de bandenspanning hoger is dan de aanbevolen bandenspanning,
breng de band dan op de aanbevolen spanning.
Volg de oppompprocedure opnieuw om de band op te pompen.
Controleer de bandenspanning opnieuw met behulp van de drukmeter D.
Is de bandenspanning te hoog, laat de spanning dan afnemen met behulp
van de drukregelklep B.
Is de bandenspanning lager dan de aanbevolen bandenspanning, herhaal
dan de stappen 13 tot 16 en de stappen 1 tot 5 (Bandenspanning
controleren).
Wanneer u de band hebt opgepompt tot de juiste bandenspanning, zet u
de schakelaar F van de compressor in de stand 0, verwijdert u de stekker
E uit het extra elektrisch aansluitpunt, schroeft u de fles met
afdichtmiddel los, bevestigt u het klephoedje en plaatst u beschermdop A
terug.
Rijd naar de dichtstbijzijnde bandenspecialist om de beschadigde
band te vervangen. Vertel de bandenspecialist dat de band afdichtmiddel
bevat, voordat de band van het wiel wordt afgenomen. Vervang de fles
afdichtmiddel zo snel mogelijk na gebruik.
N.B.: De set met
afdichtmiddel voor banden dient alleen voor noodreparaties.
Voorschriften over bandreparatie na gebruik van de set met afdichtmiddel
voor banden kunnen per land verschillen. Raadpleeg een bandenspecialist
voor advies.