Richtingaanwijzers
- Links: duw de hendel helemaal omlaag.
- Rechts: duw de hendel helemaal omhoog.
Wanneer de richtingaanwijzers na
meer dan 20 seconden nog niet zijn
uitgeschakeld, wordt bij een snelheid
van meer dan 60 km/h automatisch het
knippergeluid versterkt.
Drie keer knipperen
Beweeg de hendel iets omhoog of omlaag,
zonder het zware punt te passeren; de
desbetreffende richtingaanwijzers knipperen
vervolgens drie keer.
Dagrijverlichting
Deze verlichting wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart, zodat
de auto overdag beter zichtbaar is voor de
overige weggebruikers.
LESEN SIE MEHR:
Met deze schakelaar kunt u de verlichting en signalering van de auto
selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van verschillende
verlichtingsfuncties:
parkeerlicht: om gezien te worden,
dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
grootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder ander verkeer,
meedraaiende koplampen: voor een
optimaal zicht in bochten.
Het parkeerlicht en het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
De AEB is een hulpmiddel voor de bestuurder onder bepaalde gevaarlijke
rijomstandigheden, maar kan niet alle risico's vermijden.
De AEB bewaakt rijsituaties door middel van de radar en de camerasensor
Als er dus een situatie buiten bereik optreedt, werkt AEB meestal niet. De
bestuurder moet in de volgende situaties goed opletten. De werking van AEB
kan beperkt zijn.