Schakelindicator
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het
brandstofverbruik te reduceren.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.
U kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder
de tussenliggende versnellingen in te hoeven
schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen
ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van
de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van
de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de
veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van
een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
Bij een elektronisch gestuurde of automatische
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend actief
in de handgeschakelde stand.
Bij de dieseluitvoeringen BlueHDi 135 en 150 met
handgeschakelde versnellingsbak kan het systeem
u onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken
om de versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, om het tijdelijk afzetten van de motor
mogelijk te maken (STOP-stand van het Stop &
Start-systeem). In dat geval wordt de letter N
weergegeven op het instrumentenpaneel.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak kan naast de pijl ook
de geadviseerde versnelling worden
weergegeven.
Voorbeeld:
- U rijdt in de derde versnelling.
- U trapt het gaspedaal in.
- Het systeem kan u in dit geval adviseren een hogere versnelling in te
schakelen.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl van
de bestuurder (veel vermogen nodig,
accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
- de eerste versnelling in te schakelen,
- de achteruitversnelling in te schakelen.
LESEN SIE MEHR:
Druk na het selecteren van de
handbediende of de automatische
stand op de knop S om de Sportstand
in te schakelen. Deze stand
is bij uitstek geschikt voor een meer
dynamische rijstijl.
Dit systeem controleert automatisch de
bandenspanning tijdens het rijden.
Zodra de auto rijdt, controleert het systeem
permanent de spanning van de vier banden.
Wijzigen van een
geprogrammeerde snelheid
Druk op de toets "MENU" om naar het
algemene menu te gaan.
Selecteer het menu "Persoonlijke instelling -
configuratie" en bevestig uw keuze.
Selecteer het menu "Parameters auto" en
bevestig uw keuze.
Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestig uw keuze.
Selecteer "Geprogrammeerde snelheden"
en bevestig uw keuze.
Selecteer de te wijzigen geprogrammeerde
snelheid en bevestig uw keuze.
Wijzig de snelheid en bevestig uw keuze.
Selecteer "OK" en bevestig dit om de
wijzigingen op te slaan.
Om veiligheidsredenen mogen de
geprogrammeerde snelheden alleen
worden gewijzigd als de auto stilstaat.