Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer versnellingen op te schakelen.
U kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder de tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi 150-dieselmotor en een handgeschakelde versnellingsbak kan het systeem u onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken om de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, om het tijdelijk afzetten van de motor mogelijk te maken (STOP-fase van het Stop & Start-systeem).
In dat geval wordt de aanduiding N weergegeven op het instrumentenpaneel.
Voorbeeld:
- U rijdt in de derde versnelling.
- U trapt het gaspedaal in.
- Het systeem kan u in dit geval adviseren een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij auto's met handgeschakelde versnellingsbak kan naast de pijl ook de geadviseerde versnelling worden weergegeven.
Het systeem zal u nooit adviseren om: