Scherm "Inst. cont./oproepgesch."
Ga naar "Inst. cont./oproepgesch.": toets MENU → "Instellingen" → "Telefoon"
→ "Inst. cont./oproepgesch."
- Hiermee kunt u het automatisch
downloaden van een telefoonboek
aan-/uitzetten.
Wanneer deze instelling is ingeschakeld,
worden de telefoonboekgegevens
automatisch overgebracht.
Afhankelijk van het type telefoon wordt
ook de oproepgeschiedenis overgezet.
- Telefoonboek updaten (niet-PBABcompatibele
Bluetooth-telefoons
of compatibele telefoons waarbij
"Automatische overdracht" is uitgeschakeld)
- De sorteermodus voor contacten
wijzigen
- Een favoriet toevoegen
- Een favoriet verwijderen
- Hiermee kunt u de weergave van de
afbeeldingen van contacten aan-/
uitzetten.
- De oproepgeschiedenis wissen.
(niet-PBAB-compatibele
Bluetooth-telefoons of compatibele
telefoons waarbij "Automatische
overdracht" is uitgeschakeld)
- Een nieuw contact toevoegen (niet-
PBAB-compatibele Bluetooth-
telefoons of compatibele telefoons
waarbij "Automatische overdracht"
is uitgeschakeld).
Voer de naam, het telefoonnummer en
het type telefoonnummer in om een
nieuw contact toe te voegen.
- Een contact bewerken (niet-PBAB-compatibele Bluetooth-telefoons of
compatibele telefoons waarbij "Automatische overdracht" is uitgeschakeld).
Selecteer het contact dat u wilt bewerken.
- Contacten wissen (niet-PBAB-compatibele Bluetooth-telefoons
of compatibele telefoons waarbij "Automatische overdracht" is uitgeschakeld)
- Een spraaklabel bewerken
■ Terugkeren naar de standaardinstellingen
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer "Standaard".
LESEN SIE MEHR:
U kunt de telefoonnummers in uw Bluetooth-telefoon overbrengen naar het
systeem. De bediening verschilt tussen PBAP-compatibele en niet-PBAP-compatibele
Bluetooth-telefoons. Als uw mobiele telefoon geen PBAP of OPP
ondersteunt, kunt u geen contacten overbrengen.
WAARSCHUWINGHet systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht
om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. U moet het systeem
wellicht negeren als het systeem het grootlicht niet in- of uitschakelt.
Het systeem schakelt grootlicht in indien het voldoende donker is en er geen
ander verkeer is. Indien het system de koplampen of achterlichten van een
naderend voertuig waarneemt, of de straatverlichting vóór de auto, schakelt
het systeem het grootlicht uit voordat het andere weggebruikers kan
verblinden. Het dimlicht blijft ingeschakeld.