Instructieboekje, auto handleidingen

Sneeuwkettingen

Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.

Uitsluitend de voorwielen mogen van sneeuwkettingen worden voorzien.

Een noodreservewiel mag niet worden voorzien van een sneeuwketting.

Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn voor het type velg van uw auto:

Sneeuwkettingen

Neem voor meer informatie over sneeuwkettingen contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Houd u altijd aan de ter plekke geldende regelgeving over het gebruik van sneeuwkettingen en de maximaal toegestane snelheid.

 

Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het monteren van de sneeuwkettingen te oefenen; doe dit op een vlakke en droge ondergrond.

Montagetips

  • Als u onderweg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant van de weg stil op een vlakke ondergrond.
  • Trek de handrem aan en plaats eventueel wielblokken voor of achter de wielen om te voorkomen dat de auto wegglijdt.
  • Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij de aanwijzingen van de fabrikant.
  • Rijd langzaam weg en rijd een klein stukje met een snelheid van maximaal 50 km/h.
  • Zet de auto stil en controleer of de kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan de banden en het wegdek te voorkomen. Als uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen, controleer dan of de ketting en de bevestigingen de velg niet raken.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Monteren van het wiel

    Bevestiging van het noodreservewiel

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Een lamp vervangen

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Algemene informatie

    Condens in de voor- en achterlampen van de buitenverlichting Voor- en achterlampen van de buitenverlichting hebben ontluchtingsopeningen ten behoeve van normale wijzigingen in de luchtdruk.Condensvorming kan een natuurlijke bijkomstigheid van deze constructie zijn. Wanneer vochtige lucht via de ontluchtingsopeningen in de lampeenheid binnendringt, bestaat de mogelijkheid dat condensvorming optreedt wanneer de temperatuur laag is. Wanneer normale condensvorming optreedt, kan zich een licht waas aan de binnenzijde van de lens vormen. Dit fijne waas verdwijnt wanneer de lampen normaal in bedrijf zijn geleidelijk via de ontluchtingsopeningen. Onder droge weersomstandigheden kan dit oplossen 48 uur duren.