De portieren kunnen worden vergrendeld en ontgrendeld met de instapfunctie, de afstandsbediening of de schakelaars van de centrale vergrendeling.
Instapfunctie (indien aanwezig)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te kunnen schakelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de achterzijde van de portiergreep aanraakt.
De portieren kunnen gedurende 3 seconden na het vergrendelen niet worden ontgrendeld.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
Afstandsbediening
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten en het schuifdak te sluiten.* Controleer of het portier goed vergrendeld is.
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten en het schuifdak te openen.*
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Feedbacksignalen De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn vergrendeld/ ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal) Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten en het schuifdak bediend worden.
■ Beveiligingsfunctie Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Verlichting Welcome Light-systeem De parkeerlichten voor, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting gaan in het donker automatisch branden wanneer u de portieren ontgrendelt met de instapfunctie of de afstandsbediening als de lichtschakelaar in de stand AUTO staat.
■Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsensor aan de bovenzijde van de portiergreep (auto's met instapfunctie) Als het portier niet kan worden vergrendeld, zelfs wanneer het sensorgebied bovenaan wordt aangeraakt, probeer dan de sensorgebieden bovenaan en onderaan tegelijkertijd aan te raken.
■ Zoemer centrale vergrendeling Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het portier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■ Het alarm inschakelen (indien aanwezig) Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
■Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening niet goed werkt Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgrendelen.
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Anders kan er ernstig letsel ontstaan. ■ Bij het gebruik van de afstandsbediening en het bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten of het schuifdak Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er geen risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de ruit of het schuifdak. Laat tevens de afstandsbediening niet bedienen door kinderen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten tussen de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak. ■ Klembeveiliging
|