Instructieboekje, auto handleidingen

Voorstoelen

Procedure voor het verstellen

Elektrisch verstelbare stoel

Verstellen van de stoelen

Handmatig verstelbare stoel

Verstellen van de stoelen

  1. Stoelpositieverstelling
  2. Rugleuningverstelling
  3. Hoekverstelling zitting (voorzijde)
  4. Hoekverstelling zitting (achterzijde)
  5. Lendensteunverstelling (indien aanwezig)
  6. Hoogteverstelling

■ Power Easy Access-systeem (indien aanwezig) De bestuurdersstoel en het stuurwiel worden automatisch versteld in overeenstemming met de stand van het contact en de toestand van de veiligheidsgordel van de bestuurder.

■Wanneer de stoel wordt versteld

  • Let er bij het verstellen van de stoel op dat de hoofdsteun het dak niet raakt.
  • Auto's met neerklapbare achterstoelen: Als de achterstoel bij het neerklappen de rugleuning van de voorstoel raakt, stel dan de positie van de voorstoel zo af, dat de stoelen elkaar niet meer raken. Wanneer echter door het verstellen van de positie van de bestuurdersstoel de bestuurder niet meer in de juiste houding achter het stuur kan zitten, moet de rugleuning van de achterstoel weer in de oorspronkelijke positie worden teruggezet.
WAARSCHUWING

■Wanneer de positie van de stoel wordt versteld

  • Let er bij het verstellen van de positie van de stoel op dat de stoel de overige inzittenden van de auto niet raakt, omdat deze hierdoor wellicht letsel zouden kunnen oplopen.
  • Houd uw handen niet onder de stoel of in de buurt van bewegende onderdelen om letsel te voorkomen.

    Uw vingers of handen zouden bekneld kunnen raken in het stoelmechanisme.

  • Zorg ervoor voor dat er voldoende ruimte overblijft voor de voeten, zodat ze niet vast komen te zitten.

Stoel afstellen Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel doorschuift, is het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan strikt noodzakelijk is.

Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een ongeval het heupgedeelte over uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel kracht op uw buik wordt uitgeoefend, of kan het schoudergedeelte van de gordel in contact komen met uw nek, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden, aangezien de stoel dan onverwachts kan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de controle over de auto verliezen.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Verstellen van de stoelen

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Achterstoelen (neerklapbaar)

    De rugleuningen kunnen worden neergeklapt. Rugleuningen achter neerklappen 1. Controleer of de hendel van het beveiligingssysteem van de bagageruimte in de ontgrendelstand staat.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Detectiezone

    Als de Smart Key wordt gedetecteerd op 50~100 cm van de achterklep, werkt de Smart Tailgate functie door een welkomstWAARSCHUWING te geven. Als de Smart Key tijdens de detectieen WAARSCHUWING sfase buiten de detectiezone wordt gebracht, stopt de WAARSCHUWING onmiddellijk.