Voorstoelen
Procedure voor het verstellen
Elektrisch verstelbare stoel
Handmatig verstelbare stoel
- Stoelpositieverstelling
- Rugleuningverstelling
- Hoekverstelling zitting (voorzijde)
- Hoekverstelling zitting
(achterzijde)
- Lendensteunverstelling
(indien aanwezig)
- Hoogteverstelling
■ Power Easy Access-systeem (indien aanwezig)
De bestuurdersstoel en het stuurwiel worden automatisch versteld in
overeenstemming
met de stand van het contact en de toestand van de veiligheidsgordel van de
bestuurder.
■Wanneer de stoel wordt versteld
- Let er bij het verstellen van de stoel op dat de hoofdsteun het dak
niet raakt.
- Auto's met neerklapbare achterstoelen: Als de achterstoel bij het
neerklappen de rugleuning
van de voorstoel raakt, stel dan de positie van de voorstoel zo af, dat
de stoelen
elkaar niet meer raken. Wanneer echter door het verstellen van de
positie van de
bestuurdersstoel de bestuurder niet meer in de juiste houding achter het
stuur kan zitten,
moet de rugleuning van de achterstoel weer in de oorspronkelijke positie
worden
teruggezet.
WAARSCHUWING ■Wanneer de positie van de stoel wordt versteld
■ Stoel afstellen
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel
doorschuift, is
het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan strikt
noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een ongeval het
heupgedeelte over
uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel kracht op uw buik wordt
uitgeoefend, of
kan het schoudergedeelte van de gordel in contact komen met uw nek,
waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden, aangezien de stoel
dan onverwachts
kan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de controle over de auto
verliezen. |
LESEN SIE MEHR:
De rugleuningen kunnen worden neergeklapt.
Rugleuningen achter neerklappen
1. Controleer of de hendel van het
beveiligingssysteem van de bagageruimte
in de ontgrendelstand staat.
Als de Smart Key wordt gedetecteerd op 50~100 cm van de achterklep,
werkt de Smart Tailgate functie door een welkomstWAARSCHUWING te geven.
Als de Smart Key tijdens de detectieen WAARSCHUWING sfase buiten de
detectiezone wordt gebracht, stopt de WAARSCHUWING onmiddellijk.