Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden en de motor
wordt automatisch in de STOP-stand gezet:
- als u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak, bij een snelheid lager
dan 20 km/h of bij stilstaande auto bij de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115 en 120, de
versnellingshendel in de neutraalstand zet
en het koppelingspedaal loslaat,
- als u, bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, bij een snelheid lager
dan 8 km/h het rempedaal intrapt of de
selectiehendel in de stand N zet,
- als u, bij een automatische transmissie,
bij stilstaande auto het rempedaal intrapt of
de selectiehendel in de stand N zet.
Als uw auto is uitgerust met een
teller,
wordt de duur van de momenten
dat de motor afgezet is, opgeteld en
weergegeven. Elke keer als u het contact
opnieuw aanzet met de knop "START/
STOP", wordt deze teller op 0 gezet.
Het systeem werkt de eerste
10 seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
STOP-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
Tank nooit als de motor door het Stop &
Start-systeem in de STOP-stand is
gezet. Zet in dat geval altijd het contact
af met de knop "START/STOP".
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- de auto op een steile helling staat
(bergopwaarts of bergafwaarts),
- het bestuurderportier geopend is,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
- de auto sinds de laatste start met de knop
"START/STOP" niet sneller dan 10 km/h
heeft gereden,
- de elektrische parkeerrem wordt/is
aangetrokken,
- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
- de voorruitontwaseming is ingeschakeld,
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" gaat
uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- als u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak, het koppelingspedaal
volledig intrapt,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak:
- als u, met de selectiehendel in de
stand A of M, het rempedaal loslaat,
- of als u, met de selectiehendel in de
stand N en het rempedaal losgelaten, de
selectiehendel in de stand A of M zet,
- of als u de achteruitversnelling
inschakelt.
- bij een automatische transmissie:
- als u, met de selectiehendel in de stand
D of M, het rempedaal loslaat,
- of als u, met de selectiehendel in de
stand N en het rempedaal losgelaten, de
selectiehendel in de stand D of M zet,
- of als u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
De START-stand wordt om veiligheids- of
comfortredenen automatisch geactiveerd als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is dan
25 km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak (3 km/h bij de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115 en 120),
hoger is dan 11 km/h bij een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of hoger
is dan 3 km/h bij een automatische
versnellingsbak,
- de elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het verklikkerlampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-stand
wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
LESEN SIE MEHR:
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt
(bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en
stil.
Met de toets op het dashboard
Druk, wanneer u dat wilt, op de toets "ECO
OFF" om het systeem uit te schakelen.
Procedure voor het verstellen
Elektrische verstelling
Door de schakelaar te bedienen kan het stuur in de volgende richtingen
versteld
worden:
Omhoog
Omlaag
Naar de bestuurder toe
Van de bestuurder af