Wisselen van banden
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
Auto's met hetzelfde formaat vooren
achterband
Auto's met een verschillend formaat
voor- en achterband
Lexus beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van plaats te wisselen
om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur van de banden
te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
te initialiseren.
LESEN SIE MEHR:
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn.
Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmatige slijtage aan
een zijde
van het loopvlak.
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage
bandenspanning
te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Maak het klepje in de voorbumper los door
op de bovenkant ervan te drukken.
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Bevestig de sleepstang.
Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de elektronisch
gestuurde of automatische versnellingsbak).