Instructieboekje, auto handleidingen

Aandrijfregeling

Werking

Het tractieregelsysteem helpt het doordraaien van aangedreven wielen en verlies van tractie te voorkomen.

Indien uw auto begint te schuiven, laat het systeem de remmen van individuele wielen aangrijpen en, indien nodig, vermindert het tegelijkertijd het motorvermogen. Indien de wielen tijdens het accelereren op gladde of losse ondergrond doordraaien, vermindert het systeem het motorvermogen om de tractie te vergroten.

Gebruik maken van aandrijfregeling

WAARSCHUWING

Het lampje van de stabiliteits- en aandrijfregeling blijft branden als het systeem een storing detecteert. Controleer dat u de aandrijfregeling niet handmatig hebt uitgeschakeld via de knoppen op het informatiedisplay of de schakelaar. Als het lampje van de stabiliteitsregeling en aandrijfregeling nog steeds blijft branden, laat het systeem dan onmiddellijk controleren door een erkende dealer. De auto besturen terwijl de aandrijfregeling is uitgeschakeld, kan leiden tot een groter risico op verlies van controle over de auto, kantelen van de auto en (dodelijke) verwondingen.

Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer u het contact aanzet.

Als uw auto vastzit in de sneeuw of in de modder, kan het goed zijn om de aandrijfregeling uit te schakelen, zodat de wielen kunnen draaien.

N.B.:  Als u aandrijfregeling uitschakelt, blijft de stabiliteitsregeling volledig actief.

Het systeem uitschakelen

Als u het systeem uit- of inschakelt, verschijnt er een bericht in het informatiedisplay met de systeemstatus.

U kunt het systeem uitschakelen via het informatiedisplay of via de schakelaar.

Via de bedieningstoetsen van het informatiedisplay

U kunt deze functie uit- of inschakelen via het informatiedisplay.

Via een schakelaar

Gebruik de schakelaar van de aandrijfregeling op het dashboard om het systeem uit of in te schakelen.

Controlelampjes en -berichten
  • Gaat tijdelijk branden wanneer de motor wordt gestart.
  • Knippert wanneer een van de twee systemen door de rijomstandigheden wordt ingeschakeld.
  • Brandt als er een probleem is met een van de twee systemen.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Regeling voor bergop rijden

    WAARSCHUWING Het systeem vervangt niet de parkeerrem. Bedien voor het verlaten van de auto altijd de parkeerrem.Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, moet u in uw auto blijven zitten. U blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het besturen van de auto, de bewaking van het systeem en ingrijpen indien nodig. Als u niet voorzichtig bent, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto, ernstige of dodelijke verwondingen. Het systeem wordt uitgeschakeld als er een defect is of als u het toerental van de motor onnodig opdrijft.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Stabiliteitsregeling

    Werking Elektronische stabiliteitsregelingWAARSCHUWING Het systeem is bedoeld om de bestuurder te helpen. Het systeem is niet bedoeld ter vervanging van uw aandacht en inschattingsvermogen. U bent nog steeds verantwoordelijk om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Lane Keeping Assist systeem (LKAS, rijvakassistentie)

    Het Lane Keeping Assist systeem signaleert rijstrookmarkeringen op de weg en helpt de bestuurder bij het sturen om de auto tussen de rijstrookmarkeringen te houden Wanneer het systeem signaleert dat de auto zich buiten de rijstrook dreigt te begeven, waarschuwt het de bestuurder met visuele en hoorbare signalen terwijl het licht tegenstuur geeft, om te helpen voorkomen dat de auto zich buiten de rijstrook begeeft