Instructieboekje, auto handleidingen

Actieve parkeerhulp

WAARSCHUWING

Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, moet u in uw auto blijven zitten. U blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het besturen van uw auto, de controle van het systeem en eventuele ingrepen indien nodig. Als u niet voorzichtig bent, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto, ernstige verwondingen of dodelijk letsel.

Bij zware regenval of andere omstandigheden waardoor interferentie ontstaat is het mogelijk dat de sensoren bepaalde voorwerpen niet detecteren.

De actieve parkeerhulp bedient in geen geval de remmen.

U bent steeds verantwoordelijk voor de bediening van uw auto. Het systeem is bedoeld als hulpmiddel en is ontheft de bestuurder niet van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Als u deze instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto en al dan niet dodelijke verwondingen.

Actieve parkeerhulp gebeurt in verschillende stappen, waarbij u wellicht meermaals moet schakelen. Volg de instructies op het scherm totdat het parkeermanoeuvre is voltooid.

Als u zich niet veilig voelt wanneer er zich een voertuig of object in de buurt bevindt, kunt u ervoor kiezen het systeem te onderdrukken door het stuurwiel vast te pakken of door op de knop voor actieve parkeerhulp te drukken en de volledige controle over uw auto te nemen.

Houd uw handen, haar, kleding en alle losse voorwerpen uit de buurt van het stuurwiel wanneer u actieve parkeerhulp gebruikt.

De sensoren bevinden zich op de voor- en achterbumper.

N.B.:  Houd de sensoren vrij van sneeuw, ijs en ernstige vuilaanslag.

N.B.:  Bedek de sensoren niet.

N.B.:  Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen.

N.B.:  De sensoren kunnen voorwerpen met een oppervlak dat ultrasone geluidsgolven absorbeert niet 'zien'. De sensoren kunnen voorwerpen verkeerd detecteren door interferentie met ultrasoongolven, die bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door uitlaten van motorfietsen, luchtremmen van vrachtwagens of claxons.

N.B.:  Als u een band vervangt, moet het systeem opnieuw worden gekalibreerd en kan het wellicht korte tijd niet naar behoren werken.

Het systeem werkt wellicht niet correct onder de volgende omstandigheden:

  • U gebruikt een reserveband of een band die meer is versleten dan de andere banden.
  • Eén of meer banden zijn niet goed opgepompt.
  • U probeert te parkeren in een krappe bocht.
  • Er passeert iemand tussen de voorbumper en de parkeerruimte. Bijvoorbeeld een voetganger of fietser.
  • De rand van het aangrenzende geparkeerde voertuig is hoog boven de grond. Bijvoorbeeld een bus, takelwagen of vrachtwagen.
  • De weersomstandigheden zijn slecht.Bijvoorbeeld bij hevige regenval, sneeuw, mist, hoge vochtigheid en hoge temperaturen.
Gebruik het systeem niet in deze omstandigheden:
  • U hebt een later aangebracht accessoire in de buurt van de sensoren op de voor- of achterkant van de auto geplaatst. Bijvoorbeeld een fietsendrager of een aanhanger.
  • U hebt een overhangend object op het dak geplaatst. Bijvoorbeeld een surfplank.
  • De voorbumper, achterbumper of de zijsensoren zijn beschadigd.
  • U gebruikt niet de juiste bandenmaat voor uw auto. Bijvoorbeeld een minireservewiel.

LESEN SIE MEHR:

 Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Zijsensorsysteem

Het zijsensorsysteem gebruikt de sensoren aan de voor- en achterzijde om obstakels binnen het pad dat uw auto aflegt, in de buurt van de zijkanten van uw auto, te detecteren en in kaart te brengen. De zijsensoren werken als de transmissie in een andere stand dan de parkeerstand (P) staat.

 Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Actieve parkeerhulp gebruiken

Een actieve parkeerhulpmodus selecteren   Druk één keer op de knop om fileparkeren in te schakelen. Druk een tweede keer op de knop om loodrecht op de weg parkeren in te schakelen. Als u opnieuw op de knop drukt, wordt het systeem uitgeschakeld.

 Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Ondersteunende systemen

Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.