Klimaatregeling is optioneel voor uw auto.
Raak de klimaattoets op het aanraakscherm aan voor toegang tot de functies voor klimaatregeling. Afhankelijk van het model en optiepakket van uw auto kan uw scherm voor klimaatregeling er anders uitzien dan één van de onderstaande schermen. Op uw scherm zijn wellicht niet alle weergegeven functies beschikbaar.N.B.: U kunt de temperatuureenheden wisselen tussen Fahrenheit en Celsius.
Aanduiding | Item | Omschrijving | |
---|---|---|---|
A | Temperatuur voorstoel links: | Raak omhoog of omlaag aan om de temperatuur in te stellen. | |
B | Verwarmd stuurwiel: | Raak het pictogram voor verwarmd stuurwiel aan om de stuurverwarming in of uit te schakelen (indien geplaatst). | |
C | Ontdooi | Er verschijnt een pop-up op het scherm met de opties voor ontdooien. | |
MAX ontdooien: | Raak de toets aan voor maximaal ontdooien. Door de luchtroosters van de voorruit stroomt buitenlucht, de ventilator wordt automatisch op de hoogste snelheid gezet en de temperatuurregeling wordt op de maximale verwarmingsstand gezet. U kunt deze instelling gebruiken om de voorruit te ontwasemen of van een dun laagje ijs te ontdoen. De verwarmde achterruit wordt ook automatisch ingeschakeld wanneer u MAX ontdooien selecteert. Raak deze toets opnieuw aan om terug te keren naar de vorige keuze voor luchtstroom. | ||
Ontdooi | Raak dit aan om een dunne laag ijs of mist van de voorruit te wissen. Raak dit opnieuw aan om terug te keren naar de vorige keuze voor luchtstroom. Als ontdooien is ingeschakeld, maakt dit gebruik van buitenlucht om te zorgen dat de ruiten minder snel beslaan en wordt de lucht verdeeld via de luchtroosters voor ontdooien en ontwaseming bij de voorruit. Opmerking: Om te voorkomen dat de ruiten beslaan, kunt u luchtrecirculatie niet selecteren als Ontdooien is ingeschakeld. | ||
D | AUTO | Raak de toets aan om automatische werking in te schakelen. Kies de gewenste temperatuur met behulp van de temperatuurregeling. Het systeem past de ventilatorsnelheid, luchtverdeling en werking van de airconditioning aan en kiest buitenlucht of luchtrecirculatie om de auto te verwarmen of af te koelen om de gewenste temperatuur te behouden. | |
E | Aan/uit | Raak de toets aan om het systeem in of uit te schakelen. Als het klimaatregelsysteem wordt uitgeschakeld, kan er geen buitenlucht in de auto komen. | |
F | DUAL | Deze toets gaat branden wanneer de bediening voor de passagier actief is. Om de werking met twee zones uit te schakelen en de temperatuurregeling van de passagier te koppelen aan die van de bestuurder, raakt u de toets DUBBEL aan om dit uit te schakelen. | |
G | Temperatuur voorstoel rechts | Raak omhoog of omlaag aan om de temperatuur in te stellen. | |
H | Ventilatiesnelheid | Raak omhoog of omlaag aan om de hoeveelheid lucht te verhogen of te verlagen die in de auto circuleert. | |
I | Airco | Er verschijnt een pop-up op het scherm met de opties voor airconditioning. | |
MAX A/C | Raak dit aan om uw auto af te koelen met luchtrecirculatie. Raak dit nogmaals aan voor normale werking van de airco. MAX A/C verdeelt de lucht door de luchtroosters van het dashboard en kan helpen om te voorkomen dat geuren uw auto binnendringen. MAX A/C is zuiniger en efficiënter dan normale aircomodus. | ||
Airco | Raak dit aan om de airconditioning in of uit te schakelen. Gebruik airco met luchtrecirculatie voor betere koelprestaties en meer efficiëntie. Airco wordt automatisch ingeschakeld bij MAX A/C, ontdooien en beenruimte/ontdooien | ||
Luchtrecirculatie: | Raak dit aan om de luchtrecirculatie in of uit te schakelen, wat een invloed kan hebben op de benodigde tijd om het interieur af te koelen en te voorkomen dat geuren het interieur bereiken. Luchtrecirculatie wordt ook automatisch ingeschakeld wanneer u MAX A/C selecteert. U kunt dit handmatig inschakelen in elke luchtstroommodus behalve ontdooien. Dit kan ook worden uitgeschakeld in alle luchtstroommodi behalve MAX A/C om te zorgen dat de ruiten minder snel beslaan. | ||
J | Handmatige bediening luchtstroomverdeling | Selecteer deze bedieningselementen apart, samen of met Ontdooien om de luchtstroom naar de gewenste zone te leiden. | |
Paneel | Verdeelt de lucht via de luchtroosters in het dashboard. | ||
Vloer | Verdeelt de lucht via de luchtroosters voor ontwaseming, luchtroosters in de vloer en luchtroosters in de vloer bij de achterbank. |