Instructieboekje, auto handleidingen

Alarm

Alarm

Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging:

Omtrekbeveiliging

Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.

Het alarm gaat af als iemand een portier, de achterklep of de motorkap probeert te openen.

Interieurbeveiliging

Dit systeem treedt in werking als er bewegingen in het interieur worden waargenomen.

Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen, als iets of iemand de auto binnendringt of als iets of iemand in de auto beweegt.

Wegsleepbeveiliging

Dit systeem treedt in werking als er veranderingen in de wagenhoogte worden waargenomen.

Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, verplaatst of aangestoten.

Automatische beveiligingsfunctie

Dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te saboteren.

Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de knop of de kabels van de sirene uit te schakelen of te beschadigen.

Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats alvorens wijzigingen aan het alarmsysteem aan te brengen.

LESEN SIE MEHR:

 Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Noodbediening

Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele storing in het systeem van de centrale vergrendeling de achterklep mechanisch ontgrendeld worden.

 Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Vergrendelen van de auto met volledig ingeschakeld alarm

Inschakelen Zet het contact af en verlaat de auto. Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening of vergrendel de auto met het "Keyless entry and start"- systeem.

 KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Startblokkeersysteem

Uw auto is uitgerust met een elektronisch startblokkeersysteem om de kans op ongeoorloofd gebruik te verminderen De startblokkering bestaat uit een kleine transponder in de contactsleutel en elektronische systemen in de auto Wanneer u uw contactsleutel in het contactslot steekt en het contact in stand ON zet of wanneer u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/ stoppen) in stand ON (aan) zet, controleert het startblokkeersysteem of de sleutel geldig is Als wordt vastgesteld dat de sleutel geldig is, kan de motor worden gestart Als wordt vastgesteld dat de sleutel niet geldig is, kan de motor niet worden gestart.