Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging:
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de achterklep of de motorkap probeert te openen.
Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen, als iets of iemand de auto binnendringt of als iets of iemand in de auto beweegt.
Wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen in de wagenhoogte worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, verplaatst of aangestoten.
Dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de knop of de kabels van de sirene uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats alvorens wijzigingen aan het alarmsysteem aan te brengen.