Instructieboekje, auto handleidingen

Alarm ingeschakeld

Parkeer de auto en zet de motor uit Schakel het alarm in zoals hieronder is beschreven.

Met de inklapbare sleutel

  1. Zet de motor uit en verwijder de contactsleutel uit het contactslot.
  2. Zorg dat alle portieren, de motorkap en de achterklep gesloten en vergrendeld zijn.
  3. Vergrendel de portieren door op de vergrendeltoets van de afstandsbediening te drukken.

Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat het alarm is ingeschakeld Als de achterklep of motorkap open blijft, functioneren de alarmknipperlichten mogelijk niet en wordt het antidiefstalalarm niet geactiveerd Als hierna de achterklep en de motorkap worden gesloten, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal en schakelt het antidiefstalsysteem in.

Met de Smart Key

  1. Zet de motor uit.
  2. Zorg dat alle portieren, de motorkap en de achterklep gesloten en vergrendeld zijn.
  • Vergrendel de portieren door de toets van de portiergreep aan de buitenzijde van het voorportier in te drukken met de Smart Key in uw bezit Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat het alarm is ingeschakeld Als de achterklep of motorkap open blijft, functioneren de alarmknipperlichten mogelijk niet en wordt het antidiefstalalarm niet geactiveerd. Als hierna de achterklep en de motorkap worden gesloten, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal en schakelt het antidiefstalsysteem in.
  • Vergrendel de portieren door op de vergrendeltoets van de Smart Key te drukken Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat het alarm is ingeschakeld Als de achterklep of motorkap open blijft, functioneren de alarmknipperlichten mogelijk niet en wordt het antidiefstalalarm niet geactiveerd. Als hierna de achterklep en de motorkap worden gesloten, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal en schakelt het antidiefstalsysteem in.

Schakel het alarm pas in als alle passagiers de auto verlaten hebben. Als het alarm wordt ingeschakeld terwijl er nog iemand in de auto zit, wordt het alarm geactiveerd als diegene de auto verlaat Als binnen 30 seconden na het inschakelen van het alarm een portier (of achterklep) of de motorkap wordt geopend, wordt het systeem uitgeschakeld om onnodig activeren van het alarm te voorkomen.

Antidiefstalalarm geactiveerd

Het alarm wordt geactiveerd als een van de volgende situaties zich voordoet terwijl het alarm is ingeschakeld.

  • Een van de voor of achterportieren wordt geopend zonder de afstandsbediening te gebruiken.
  • De achterklep wordt geopend zonder de afstandsbediening te gebruiken.
  • De motorkap wordt geopend.

De claxon klinkt en de alarmknipperlichten knipperen continu gedurende ongeveer 27 seconden. Daarna klinkt twee keer een alarm met een interval van 10 seconden. Als de alarmtoestand niet verandert na het klinken van het alarm zal het alarm opnieuw afgaan. Het alarm kan worden uitgeschakeld door de portieren met de afstandsbediening te ontgrendelen.

    LESEN SIE MEHR:

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Antidiefstalsysteem

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Antidiefstalarm uitgeschakeld

    Het systeem wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld: Inklapbare sleutel De ontgrendeltoets wordt ingedrukt. De motor wordt gestart (binnen 3 seconden). Het contact staat gedurende 30 seconden of langer in stand ON.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Navigatie

    Een bestemming instellen   Spraakcommando  Omschrijving  Adres zoeken Voer een adres in als bestemming. Geef het huisnummer, de straat en de plaats aan wanneer het systeem u daarom vraagt.  POI zoeken Zoek op naam of op categorie naar een bijzondere locatie.  Dichtstbijzijnde ___ zoeken Zoek op naam of op categorie naar een bijzondere locatie in de buurt.  POI-categorie zoeken Zoek naar een categorie van bijzondere locaties.  Bestemming thuis Stel uw opgeslagen thuisadres in als uw bestemming.  Bestemming mijn werk Stel uw opgeslagen werkplek in als uw bestemming.  Vorige bestemmingen Geef een lijst met eerdere bestemmingen weer en selecteer een bestemming.  Favoriete bestemmingen Geef een lijst met favoriete bestemmingen weer en selecteer een bestemming.