Instructieboekje, auto handleidingen

Algemene informatie

WAARSCHUWING

Werk niet aan een warme motor.

Schakel het contact uit en schakel de parkeerrem in.

Raak onderdelen van het elektronisch ontstekingssysteem bij aangezet contact of draaiende motor niet aan. Het systeem werkt met hoogspanning. Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.

Zorg dat uw handen en kledingstukken niet met de koelventilateur in aanraking kunnen komen.

Onder bepaalde omstandigheden kan de motorkoelventilateur nog enkele minuten blijven doordraaien nadat u de auto hebt uitgezet.

Zorg dat vuldoppen stevig worden aangebracht na het uitvoeren van onderhoudscontroles.

We raden aan de volgende controles uit te voeren.

Dagelijkse controle

  • Buitenverlichting.
  • Interieurverlichting.
  • Waarschuwings- en controlelampen.
Controle tijdens tanken
  • Peil van de ruitensproeiervloeistof.
  • Bandenspanning  
  • Staat van de banden.
Maandelijkse controle
  • Motoroliepeil.
  • Koelvloeistofpeil.  
  • Remvloeistofpeil.
  • Slangen, leidingen en reservoirs op lekkage.
  • Werking van de airconditioning.
  • Werking van de parkeerrem.
  • Werking van de claxon.
  • Vastzitten van de wielmoeren.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Onderhoud

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > De motorkap openen en sluiten

    Motorkap openen Trek in de auto aan de handgreep van de motorkapontgrendeling onder de linkerzijde van het dashboard. Til de motorkap een beetje omhoog. Verplaats de vergrendelnok naar links. Open de motorkap.De motorkapsteun ondersteunt de motorkap automatisch. Motorkap sluiten Laat de motorkap zakken tot er nog een opening over is van ongeveer 20 cm. Duw de voorkant van de motorkap stevig naar beneden om de motorkap volledig te sluiten. N.B.:  Zorg dat de motorkap goed dicht is.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Stilzetten van de auto, draaiende motor

    Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor, dient u de auto tegen wegrollen te beveiligen door de parkeerrem handmatig aan te trekken. Trek daarvoor aan de hendel A. De aangetrokken toestand van de parkeerrem wordt aangegeven door: het branden van het verklikkerlampje parkeerrem en het verklikkerlampje P op de hendel A, de melding "parkeerrem aangetrokken".