Instructieboekje, auto handleidingen

Als een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingszoemer klinkt

Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) / Bij problemen / Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen / Als een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingszoemer klinkt

Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de waarschuwingslampjes gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat branden of knipperen en daarna weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect in het systeem aanwezig. Laat wanneer dit zich blijft voordoen de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Overzicht waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers

Waarschuwingslampje

Waarschuwingslampje/details/handelingen

Waarschuwingslampje remsysteem

Geeft het volgende aan:

  • Het remvloeistofniveau is te laag; of
  • Storing in het remsysteem

→Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.

Waarschuwingslampje remsysteem

Geeft aan dat er een storing is in:

  • Het regeneratieve remsysteem; of
  • Het elektronisch geregelde remsysteem

→Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Laadstroomcontrolelampje

Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de auto

→Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Motorcontrolelampje

Geeft aan dat er een storing is in:

  • Het hybridesysteem;
  • Het emissieregelsysteem (indien aanwezig);
  • Het elektronische motorregelsysteem; of
  • De elektronische smoorklepregeling

→Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Waarschuwingslampje SRS

Geeft aan dat er een storing is in:

  • Het SRS-airbagsysteem; of
  • Het gordelspannersysteem

→Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Waarschuwingslampje ABS

Geeft aan dat er een storing is in:

  • Het ABS; of
  • Het Brake Assist-systeem

→Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) parkeerrem*1

Geeft aan dat de parkeerrem is geactiveerd

→Deactiveer de parkeerrem.

Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging

Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging (EPS)

→Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Controlelampje LDA (Lane Departure Alert)

Als het controlelampje LDA brandt: Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling).

→Controleer de waarschuwingsmelding die op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.

Als het controlelampje LDA knippert: Geeft aan dat de auto van de rijstrook afwijkt (terwijl de LDA [Lane Departure Alert] met stuurregeling in werking is)

→Controleer de omgeving van de auto en breng de auto weer tussen de rijstrookmarkeringen.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Waarschuwingslampje PCS

Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer klinkt): Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre- Crash Safety-systeem)

→Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en er geen zoemer klinkt): Geeft aan dat het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) tijdelijk niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de onderstaande zaken:

  • Een gedeelte rondom de radarsensor of de camerasensor is vuil of bedekt door condens, ijs, stickers, enz.

→Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers, enz.

  • Er wordt niet aan de bedrijfscondities voor de radarsensor of camerasensor (temperatuur, enz.) voldaan

→Er kan in dit geval worden gereden. Het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) wordt ingeschakeld als er weer aan de bedrijfscondities (temperatuur, enz.) wordt voldaan.

Wanneer het waarschuwingslampje brandt: Het VSC (Vehicle Stability Control-systeem) of het PCS (Pre- Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen zijn uitgeschakeld.

→Schakel om het Pre-Crash Safety-systeem in te schakelen zowel het VSC-systeem als het PCS-systeem in.

Controlelampje Traction Control

Geeft aan dat er een storing is in:

  • De VSC (Vehicle Stability Control);
  • De TRC (Traction Control); of
  • De Hill Start Assist Control

Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC of het ABS-systeem in werking is.

→Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open portier/achterklep* 2

Geeft aan dat een portier of de achterklep niet geheel gesloten is

→Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn.

Waarschuwingslampje laag brandstofniveau

Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 10 liter of minder is

→Vul de brandstoftank.

Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en voorpassagiersgordel* 3

Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheidsgordel vastgemaakt dient te worden.

→Doe de veiligheidsgordel om.

Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook de veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden vastgemaakt, zodat het waarschuwingslampje (de waarschuwingszoemer) uitgaat.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Controlelampjes veiligheidsgordel achterpassagiers (waarschuwingszoemer)* 3

Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te doen

→Doe de veiligheidsgordel om.

Centraal waarschuwingslampje

Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat branden en knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwingssysteem een storing heeft gesignaleerd.

Waarschuwingslampje lage bandenspanning

Als het lampje gaat branden:

Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door

  • Natuurlijke oorzaken
  • Lekke band

→Breng de banden op de juiste spanning.

Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige indien het lampje niet dooft nadat de banden op spanning zijn gebracht.

Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft: Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem

→Laat het systeem controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

*1: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem.
*2: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep.
*3: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel: De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder, de voorpassagier en de achterpassagiers eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer klinkt gedurende 30 seconden als de rijsnelheid 20 km/h is. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.

■ Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en waarschuwingszoemer

  • Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klinken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
  • Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.

■ Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden Het motorcontrolelampje gaat branden als de brandstoftank volledig leeg raakt. Vul de brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten weer uit.

Als het motorcontrolelampje niet dooft, neem dan zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er een waarschuwingszoemer klinken.

■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afgekoeld.

  • Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
  • Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaat, controleer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.

Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten afkoelen.

■ Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door een natuurlijke oorzaak Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door temperatuurveranderingen.

In dat geval zal het waarschuwingslampje na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning gebracht zijn.

■ Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet juist werkt

■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning vaak gaat branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contact AAN wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

■Waarschuwingszoemer In sommige gevallen is de zoemer niet hoorbaar door omgevingsgeluiden of geluid van het audiosysteem.

WAARSCHUWING

■ Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijven branden Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De auto kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-systeem treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ernstig letsel kunnen ontstaan.

■ Als het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging gaat branden De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.

Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast en oefen meer kracht uit dan anders.

■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

Auto's met een bandenreparatieset

  • Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden meteen op spanning.
  • Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwingslampje lage bandenspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat er een band lek is. Controleer de banden. Repareer een lekke band met de bandenreparatieset.
  • Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de remmen kunt verliezen.

Auto's met run-flat banden

  • Pas zo snel mogelijk uw snelheid aan. Rijd niet sneller dan 60 km/h.
  • Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
  • Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwingslampje lage bandenspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat er een band lek is. Laat de band vervangen door de dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de remmen kunt verliezen.

Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen in werking treedt.

 

OPMERKING

■ Ervoor zorgen dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem goed werkt Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Als u denkt dat er iets mis is

    Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, moet uw auto mogelijk worden afgesteld of gerepareerd. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Als er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven

    Blijf kalm en voer onderstaande handelingen uit als er een waarschuwingsmelding verschijnt op het multi-informatiedisplay: Behalve F SPORT-uitvoeringen

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Handmatige verstelling van de halogeenkoplampen