Automatisch inklapbare spiegels
N.B.: De automatisch inklapbare
spiegels werken alleen als ze zijn uitgeklapt. Als u de spiegels hebt
ingeklapt via de elektrische bediening voor inklappen, dan moet u de
spiegels uitklappen met de elektrische bediening voor inklappen opdat
automatisch inklappen kan werken.
De spiegels worden automatisch ingeklapt wanneer u de auto vergrendelt. De
spiegels worden uitgeklapt wanneer u de auto ontgrendelt.
U kunt deze functie in- of uitschakelen via het menu met
voertuiginstellingen in het informatiedisplay.
Losse spiegel
Als uw elektrisch inklapbare spiegels handmatig worden ingeklapt, is het
mogelijk dat ze niet werken, zelfs niet nadat u ze opnieuw hebt verplaatst. U
moet ze resetten als ze:
- Trillen tijdens het rijden of los aanvoelen.
- Niet ingeklapt of uitgeklapt blijven.
Om de functie elektrisch inklappen te resetten:
- Gebruik de elektrische bediening voor inklappen om de spiegels in en uit
te klappen.
- Als u hoort dat één of beide spiegels een luid lawaai maken, betekent
het dat u de spiegels goed hebt gereset. Dit lawaai is normaal.
- Herhaal dit proces telkens wanneer de spiegels handmatig zijn ingeklapt.
Hoewel de elektrisch inklapbare spiegels meestal elektronisch werken, kunt u
ze nog steeds handmatig in- en uitklappen. Telkens wanneer de automatisch
inklapbare spiegels handmatig zijn afgesteld, is het mogelijk dat de
spiegels niet meer gesynchroniseerd zijn, zelfs nadat ze weer in de
oorspronkelijke stand zijn geplaatst.
Een niet-gesynchroniseerde spiegel kan:
- Niet normaal inklappen of uitklappen.
- Niet in de ingestelde stand blijven.
- Los aanvoelen of zelfs trillen bij normale rijsnelheden.
Ga als volgt te werk om de spiegels te resetten:
- Gebruik de elektrische bediening voor inklappen om de spiegels in en uit
te klappen.
- Als u hoort dat één of beide spiegels een luid lawaai maken, betekent
het dat u de spiegels goed hebt gereset. Dit lawaai is normaal.
- Herhaal dit proces telkens wanneer de elektrisch inklapbare spiegels
handmatig zijn ingeklapt of uitgeklapt.
Achteruitkijkspiegel omlaag kantelenEen van uw buitenspiegels kantelt automatisch omlaag wanneer u uw auto in de
achteruit (R) zet. Met deze functie kunt u de stoeprand zien.
Ga als volgt te werk om dit te gebruiken:
- Kies een spiegel met de elektrische bediening van de spiegels.
- Wanneer u uw auto in de achteruit (R) zet, wordt de spiegel automatisch
omlaag gekanteld.
De buitenspiegel gaat automatisch terug naar de oorspronkelijke stand wanneer:
- Uw rijsnelheid hoger is dan 10 km/h.
- Uw auto niet meer in de achteruit (R) staat.
- U de elektrische bediening voor spiegels uitschakelt.
Kantelpositie van de achteruitkijkspiegel instellen
- Zet het contact aan.
- Kies de spiegel die u wilt afstellen.
- Zet uw auto in de achteruit (R).
- Verplaats de spiegel naar wens.
N.B.: Als u al een positie hebt
geprogrammeerd, wacht dan tot de beweging van de spiegel stopt voordat u de
positie verplaatst.
- Gebruik de bediening voor de voorkeuzestanden om de stand op te slaan.
- Zet uw auto in de parkeerstand (P).
LESEN SIE MEHR:
Spiegels met geheugenfunctie
U kunt de standen van de spiegels opslaan en oproepen met de
geheugenfunctie.Functie automatisch dimmen
De buitenspiegel aan de bestuurderszijde wordt automatisch gedimd wanneer de
zelfdimmende binnenspiegel wordt ingeschakeld.
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de
wagensnelheid de door de bestuurder
ingestelde maximumsnelheid overschrijdt.
Als de ingestelde maximumsnelheid is bereikt,
heeft het dieper intrappen van het gaspedaal
geen effect. Alleen door het gaspedaal
tot voorbij het zware punt in te trappen,
kan de ingestelde snelheid tijdelijk worden
overschreden.