Instructieboekje, auto handleidingen

Automatisch schakelprogramma

  • Selecteer de stand D om automatisch te laten schakelen tussen de zes versnellingen.

De versnellingsbak werkt dan in de autoadaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg en de belading van de auto.

Voor een maximale acceleratie zonder de stand van de selectiehendel te wijzigen, moet het gaspedaal volledig worden ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak schakelt automatisch terug of handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de motor het maximumtoerental bereikt.

Bij het remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.

Om de veiligheid te verbeteren schakelt de versnellingbak niet naar een hogere versnelling als u het gaspedaal plotseling loslaat.

Zet de selectiehendel nooit in de stand N als de auto rijdt.

Zet de selectiehendel nooit in de stand P of R als de auto niet volledig stilstaat.

    LESEN SIE MEHR:

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Wegrijden

    Trap het rempedaal in en selecteer de stand P of N. Start de motor. Als niet aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en verschijnt een melding op het display van het instrumentenpaneel. Trap bij draaiende motor het rempedaal in. Zet de parkeerrem vrij als deze niet in de automatische stand staat. Selecteer de stand R, D of M. Laat het rempedaal geleidelijk los.

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Programma's Sport en Sneeuw

    Deze twee specifieke programma's vullen de automatische werking aan onder bijzondere rijomstandigheden. Sport "S" Druk op de toets "S" als de motor is gestart.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Bandenspanning controleren

    Controleer de bandenspanning minstens eenmaal per maand Controleer ook de spanning van het reservewiel. Controle Gebruik een goede kwaliteit meter om de bandenspanning te meten. Het is onmogelijk de bandenspanning te beoordelen door alleen naar de banden te kijken. Radiaalbanden lijken ook op de juiste spanning te zijn als de bandenspanning te laag is Controleer de bandenspanning bij koude banden. "Koude" banden wil zeggen dat er de laatste drie uur niet met de auto is gereden of niet meer dan 1,6 km. Verwijder de ventieldop. Druk de bandenspanningsmeter stevig op het ventiel om de spanning te meten Als de bandenspanning overeenkomt met de aanbevolen druk op de band en het informatielabel, hoeft hij niet te worden aangepast. Corrigeer de bandenspanning tot het aanbevolen niveau als de spanning te laag is Druk als de bandenspanning te hoog is het metalen pennetje in het midden van het ventiel in om lucht uit de band te laten lopen. Controleer de bandenspanning opnieuw met de bandenspanningsmeter Plaats de ventieldopjes altijd terug op de ventielen. Ze zorgen ervoor dat er geen vuil of vocht in de ventielen terechtkomt waardoor er lekken kunnen ontstaan.