Automatisch verwarmings en ventilatiesysteem
Binnenzijde voorruit ontwasemen
- Zet de aanjagerknop in de gewenste stand.
- Stel de gewenste temperatuur in.
- Druk op de toets voorruitontwaseming (
).
- Op basis van de omgevingstemperatuur zal de airconditioning
automatisch worden ingeschakeld en de stand BUITENLUCHT worden
gekozen.
Als de airconditioning en de stand BUITENLUCHT niet automatisch worden
ingeschakeld, druk dan op de desbetreffende toetsen. Als stand
wordt geselecteerd, wordt de aanjagersnelheid
automatisch verhoogd.
Buitenzijde voorruit ontdooien
- Stel de aanjager in op de hoogste snelheid.
- Stel de temperatuur in op maximaal (HI).
- Druk op de toets voorruitontwaseming (
).
- Op basis van de omgevingstemperatuur wordt de airconditioning
automatisch ingeschakeld en wordt de stand BUITENLUCHT gekozen.
LESEN SIE MEHR:
Binnenzijde voorruit ontwasemen
Zet de aanjagerknop in de gewenste stand.
Stel de gewenste temperatuur in.
Kies de stand of
.
De stand (frisse) buitenlucht wordt automatisch geselecteerd. De
airconditioning wordt ook automatisch geselecteerd.
Draai de temperatuurknop volledig naar rechts (maximaal verwarmen)
en zet de aanjagerknop op de hoogste snelheid om maximaal te ontdooien.
Zet de knop voor de luchtcirculatie in stand
VERWARMEN/ONTWASEMEN, wanneer tijdens het ontdooien of ontwasemen
warme lucht in de voetenruimte gewenst wordt.
Verwijder voor het rijden alle sneeuw en ijs van de voorruit,
de achterruit, de buitenspiegels en alle zijruiten.
Verwijder alle sneeuw en ijs van de motorkap en van de
luchtaanvoeropening in het paravanrooster om de werking van de
verwarming en het ventilatiesysteem te verbeteren en de kans op het
beslaan van de voorruit te verminderen.
Als de motor niet of langzaam ronddraait
Controleer als uw auto is uitgerust met een automatische of
dual clutch transmissie of de selectiehendel in stand N (neutraal) of
P (parkeren) staat en of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten.
Schakel de interieurverlichting in Als de interieurverlichting
zwakker gaat branden of uitgaat als u de startmotor bedient, is de
accu te ver ontladen.
Controleer of de aansluitingen van de startmotor goed
vastzitten.
Probeer de auto niet te starten door hem te slepen of te duwen
Raadpleeg de instructies voor "Starten met een hulpaccu" op bladzijde
.