De elektrische parkeerrem wordt automatisch geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden:
De vrijgezette toestand van de parkeerrem wordt aangegeven door:
het doven van het verklikkerlampje handrem en het verklikkerlampje P op de hendel A,
de melding "Parkeerrem vrijgezet".
Parkeerrem aantrekken, bij draaiende motor
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor, dient u de auto tegen wegrollen te beveiligen door de parkeerrem handmatig aan te trekken.
Trek daarvoor aan de hendel A.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem wordt aangegeven door:
het branden van het verklikkerlampje parkeerrem en het verklikkerlampje P op de hendel A,
de melding "parkeerrem aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om uit te stappen terwijl de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display (behalve bij auto's met automatische versnellingsbak, als de selectiehendel in de stand P (Park) staat).
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...) bepaalt de parkeerrem zelf zijn aantrekkracht.
Dit is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen zonder de motor te starten, trap dan met aangezet contact het rempedaal in en zet de parkeerrem vrij door de hendel A eerst in te druk ken en vervolgens los te laten.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem wordt aangegeven door het doven van het verklikkerlampje op de hendel A en van het verklikkerlampje op het instrumentenpaneel in combinatie met de melding "Parkeerrem vrijgezet".
Wanneer de parkeerrem is aangetrokken en u deze vanwege een defect of accupech niet kunt vrijzetten, kunt u gebruik maken van de functie voor de noodontgrendeling van de parkeerrem.
Om de goede werking van de parkeerrem en dus uw veiligheid te garanderen, mag de parkeerrem niet vaker dan acht keer achter elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Als dit toch gebeurt, wordt u gewaarschuwd door de melding "Storing parkeerrem" en het knipperen van een verklikkerlampje.