Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
(beveiliging tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens
het rijden automatisch vergrendeld bij een
snelheid hoger dan 10 km/h.
Om deze functie in of uit te schakelen
(standaard is deze functie geactiveerd):
- Druk met aangezet contact op
deze knop tot er een melding op
het instrumentenpaneel wordt
weergegeven.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is, werkt de automatische
centrale vergrendeling niet: u hoort de
sloten dan weer openspringen.
Vervoer van lange of grote
voorwerpenMocht u met geopende achterklep en
vergrendelde portieren willen rijden,
druk dan op de toets voor de centrale
vergrendeling om de portieren te
vergrendelen.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan bij een noodgeval de toegang tot de
auto voor de hulpdiensten bemoeilijken.
LESEN SIE MEHR:
Druk op deze knop om de centrale
vergrendeling van de auto (portieren en
achterklep) vanuit het interieur te bedienen.
Druk nogmaals op de knop om de auto
volledig te ontgrendelen.
WAARSCHUWING
Bevestig de veiligheidsgordel aan de bovenzijde aan geen ander
punt dan aan het verankeringspunt dat hiervoor is bestemd.Zorg ervoor dat de gordel aan de bovenzijde niet doorhangt of
gedraaid is en goed op het verankeringspunt is bevestigd.
Verankeringspunten aan de bovenzijde
5-deurs
4-deurs