Beschrijving van de set
- Schakelaar stand "Reparatie" of "Op
spanning brengen".
- Aan/uit schakelaar "I/O".
- Knop voor leeg laten lopen.
- Manometer (bar en psi).
- Opbergvak met:
- kabel + adapter voor 12V-aansluiting,
- diverse opblaasnippels voor accessoires
als ballonnen, fietsbanden, ...
- Flacon met afdichtmiddel.
- Witte slang met dop voor de reparatie.
- Zwarte slang voor het op spanning
brengen.
- Sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet I moet
op het stuurwiel worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van
de bandenreparatieset niet sneller dan
80 km/h.
LESEN SIE MEHR:
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
1. Afdichting van het lek
Zet het contact af.
Zet de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
Controleer of de schakelaar B in
de stand "O" staat.
Verwijder het voorwerp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band.
Rol de witte slang G volledig uit.
Draai de dop van de witte slang los.
Sluit de witte slang aan op het ventiel van
de lekke band.
Let op: dit product is schadelijk
(ethyleenglycol, colofonium...) bij
inname en irriterend voor de ogen.
Til de vloerplaat op om de moer van de lier
te kunnen bereiken.
Draai de moer tot de aanslag rechtsom
met de wielsleutel 1 en het verlengstuk 7
en draai zo de kabel van de lier los tot het
reservewiel plat op de grond ligt. Rol de
kabel ver genoeg uit om het wiel uit de
houder te kunnen halen.
Verwijder het reservewiel met de doos via
de achterzijde van de auto.
Zet het reservewiel rechtop om bij de doos
met gereedschap te kunnen komen.
Maak het verbindingsstuk los van het
deksel van de doos.
Haal de verbindingsstuk door de naaf van
het wiel om het wiel te kunnen verwijderen.
Na het monteren van het reservewiel
in de plaats van het wiel met de lekke
band moet de lier en de doos met
gereedschap onder de auto worden
teruggeplaatst voordat weggereden kan
worden.