Instructieboekje, auto handleidingen

Brandstof toevoegen uit een draagbaar brandstofreservoir

WAARSCHUWING

Stop geen spuitstuk van een brandstofreservoir of trechter in de brandstofvulnek. Dit kan de vulnek van het brandstofsysteem of de afdichting ervan beschadigen en kan ervoor zorgen dat er brandstof op de grond terecht komt.

Probeer het doploze brandstofsysteem niet open te wrikken of open te drukken met vreemde voorwerpen. Het brandstofsysteem en de afdichting kunnen beschadigd raken en u of anderen kunnen letsel oplopen.

Voer geen brandstof met het huishoudelijk afval af en laat geen brandstof in de riolering stromen. Maak gebruik van een erkende faciliteit voor afvalverwerking.

Wanneer u de brandstoftank van uw auto bijvult met een brandstofreservoir, moet u de tanktrechter bij uw auto gebruiken.

N.B.:  Gebruik geen trechters uit de handel; deze werken wellicht niet in combinatie met het doploze brandstofsysteem en kunnen het systeem beschadigen.

Wanneer u de brandstoftank van uw auto bijvult met een brandstofreservoir, doet u het volgende:
  1. Open de tankklep volledig.
  1. Plaats de tanktrechter volledig in de tankinlaat.

Brandstof toevoegen uit een draagbaar brandstofreservoir

  1. Vul de tank bij met brandstof uit het brandstofreservoir.
  1. Verwijder de tanktrechter.
  1. Sluit de tankklep volledig.
  1. Reinig de tanktrechter en plaats deze terug in de auto of gooi deze weg in overeenstemming met de regelgeving.
N.B.:  Extra trechters kunnen worden aangeschaft bij de erkende dealer als u de trechter wilt weggooien.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Een draagbaar brandstofreservoir vullen

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Tanken

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Naar cruise control modus overgaan

    De bestuurder kan er als volgt voor kiezen alleen de cruise control modus te gebruiken (snelheidsregeling): Zet het Smart Cruise Control systeem aan (het cruise control controlelampje brandt maar het systeem wordt niet geactiveerd). Druk gedurende meer dan 2 seconden op de tussenafstandschakelaar. Kies tussen 'Smart Cruise Control (SCC) modus' en 'Cruise Control (CC) modus'.