Voorwaarden voor gebruik
Het controlelampje in de schakelaar gaat branden wanneer het Blind Spot Detection systeem (BSD) wordt ingeschakeld terwijl het contact in stand ON staat. Het systeem wordt geactiveerd als de rijsnelheid hoger is dan 30 km/h Als u de toets opnieuw indrukt, gaat het controlelampje uit en wordt het systeem uitgeschakeld Het systeem keert terug naar de vorige stand wanneer het contact in stand OFF en vervolgens weer in stand ON wordt gezet Schakel het systeem uit door de schakelaar in te drukken wanneer het systeem niet in gebruik is Als het systeem wordt ingeschakeld, brandt er gedurende 3 seconden een Waarschuwingslampje in de buitenspiegel.
Type WAARSCHUWING
Het systeem wordt geactiveerd als:
WAARSCHUWING
Als er een auto wordt gedetecteerd binnen de grenzen die door het systeem zijn gesteld, zal er een Waarschuwingslampje gaan branden in de buitenspiegel.
Als het gedetecteerde voertuig zich niet in het detectiebereik bevindt, wordt de WAARSCHUWING uitgeschakeld.
Het tweede alarm wordt geactiveerd als:
Bij activering van het tweede alarm knippert een Waarschuwingslampje op de buitenspiegel en weerklinkt er een alarmsignaal Als u de richtingaanwijzerschakelaar naar de oorspronkelijke positie beweegt, wordt het tweede alarm gedeactiveerd De tweede WAARSCHUWING wordt mogelijk gedeactiveerd.
LET OP De alarmfunctie helpt de bestuurder te waarschuwen. Schakel deze functie alleen uit wanneer dit noodzakelijk is.
Detectiesensor
De sensoren bevinden zich aan de binnenzijde van de achterbumper Houd de achterbumper schoon, zodat het systeem goed blijft werken.
WAARSCHUWING smelding
De melding wordt weergegeven om de bestuurder te waarschuwen dat het oppervlak of de binnenzijde van de achterbumper vervuild is of dat de temperatuur rond de achterbumper te hoog oploopt. Het lampje in de schakelaar gaat uit en het systeem wordt automatisch uitgeschakeld Verwijder het vuil van de achterbumper Als u na het verwijderen van het vuil ongeveer 10 minuten rijdt, werkt het systeem weer normaal Als het systeem ook na het verwijderen van het vuil, de aanhanger, drager of andere apparatuur niet normaal werkt, laat het systeem dan controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken Mogelijk kan de melding worden gegevens als de achterbumper niet vervuild is, bijvoorbeeld tijdens rijden in open gebieden zoals een woestijn, waar onvoldoende gegevens zijn om normaal te kunnen werken De melding kan ook verschijnen bij zware regenval of bij opspattend water In dit geval hoeft de auto niet te worden nagekeken.
Als het systeem niet normaal werkt, wordt er een WAARSCHUWING smelding weergegeven en gaat het lampje in de schakelaar uit. Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/ servicepartner te bezoeken.