Demonteren van het wiel
Stilzetten van de autoZet de auto stil op een plaats
waar het verkeer
niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de
auto op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan, tenzij deze
geprogrammeerd is in de automatische stand.
Zet het contact af.
Bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel de de eerste
versnelling in om de wielen te blokkeren.
Bij een auto met een automatische
transmissie: zet de selectiehendel in de
stand P om de wielen te blokkeren.
Controleer of het verklikkerlampje
remsysteem en het verklikkerlampje P op de
parkeerremhendel branden.
Gebruik niet:
- de krik voor andere werkzaamheden
dan het opkrikken van de auto,
- een andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
- Verwijder de sierdop van de wielbouten
met het gereedschap 3 (volgens
uitvoering).
- Bevestig de dop 4 op de wielsleutel 1 en
draai de slotbout een omwenteling los
(volgens uitvoering).
- Draai de overige wielbouten een
omwenteling los met alleen de wielsleutel 1.
- Plaats het voetstuk van de krik 2 op de
grond en zorg ervoor dat het voetstuk
loodrecht onder één van de twee
steunpunten A (voor) of B (achter) is
geplaatst. Gebruik het steunpunt dat zich
het dichtste bij het te verwisselen wiel
bevindt.
Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op een
veilige plaats
bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een
bok.
Als uw auto niet is voorzien van een krik, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats voor de onderdeelnummers van de
gereedschappen -
krik en wielmoersleutel - die nodig zijn bij het verwisselen van een wiel.
- Draai de krik 2 uit tot de kop van de krik
het steunpunt A of B raakt; het contactvlak
van het steunpunt A of B moet goed in
het middelste deel van de kop van de krik
steken.
- Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
- Verwijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
- Verwijder het wiel.
Zorg ervoor dat de krik stevig staat. Op
een gladde of zachte ondergrond kan
de krik wegschuiven of wegzakken -
Risico van letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de
steunpunten A of B van de auto en
controleer of het contactvlak van het
steunpunt goed in het middelste deel
van de kop van de krik steekt. Zo niet,
dan kan de auto beschadigd raken en/of
de krik wegzakken - Risico van letsel!
LESEN SIE MEHR:
Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Afhankelijk van het land van bestemming, is
er een stalen reservewiel, een lichtmetalen
reservewiel of noodreservewiel aanwezig.
Bevestiging van het
noodreservewiel
Druk op de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende
functies weer te geven.
- Actuele informatie:
actieradius,
actueel brandstofverbruik,
de teller van het Stop & Startsysteem.