Elektrische portiersloten

De elektrische portiervergrendeling bevindt zich op de volgende plaatsen:

• Binnenpaneel bestuurdersportier.
• Binnenpaneel passagiersportier.

 

Ontgrendelen. Vergrendelen.

Controlelamp portiervergrendeling

Wanneer u het portier vergrendelt, gaat er een lampje op de sierlijst van de portierruit branden. Dit lampje blijft tot 5 minuten branden nadat het contact is uitgezet.

Blokkering schakelaar portiervergrendeling

Wanneer u de auto elektronisch vergrendelt terwijl het contact uitstaat, werkt de elektrische schakelaar voor portiervergrendeling niet meer na 20 seconden. U moet de auto ontgrendelen met de afstandsbediening of het contact aanzetten om de werking van deze schakelaars te herstellen. U kunt deze functie uit- of inschakelen via het informatiedisplay.

Afstandsbediening

U kunt de afstandsbediening steeds gebruiken wanneer het contact is uitgezet.

Wanneer het contact aan staat en uw rijsnelheid maximaal 5 km/h is, kunt u de afstandsbediening gebruiken om de portieren te vergrendelen en te ontgrendelen. U kunt de achterklep of bagageruimte ook openen.

Portieren ontgrendelen

   Druk op de knop om alle portieren te ontgrendelen. De richtingaanwijzers knipperen.

N.B.:  Het bestuurdersportier kan worden ontgrendeld met de sleutel als de afstandsbediening niet werkt.

N.B.:  Als u de auto een aantal weken onbewaakt achterlaat, wordt de afstandsbediening uitgeschakeld. De auto moet met de sleutel worden ontgrendeld en de motor moet met de sleutel worden gestart. Door de auto op deze manier te ontgrendelen en te starten, wordt de afstandsbediening ingeschakeld.

Ontgrendelfunctie opnieuw programmeren

N.B.:  Wanneer u op de ontgrendelknop drukt, worden alle portieren ontgrendeld of wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld.Door opnieuw op de ontgrendelknop te drukken worden alle portieren ontgrendeld.

 Houd bij uitgeschakeld contact de ontgrendel- en vergrendelknoppen van de afstandsbediening gelijktijdig minstens 4 seconden lang ingedrukt. De richtingaanwijzers knipperen tweemaal om de wijziging te bevestigen.

Herhaal de procedure om de oorspronkelijke ontgrendelfunctie in te schakelen.

Centrale portiervergrendeling

   Druk op de knop om alle portieren te vergrendelen. De richtingaanwijzers knipperen één keer kort om te bevestigen dat alle portieren zijn vergrendeld en dat het alarm is ingeschakeld.

Fout bij sluiten

Dit waarschuwt u dat uw auto niet is vergrendeld.

Wanneer u één keer op de vergrendelknop drukt, knipperen de richtingaanwijzers niet als:

• een portier of de bagageruimte geopend is.
• de motorkap geopend is bij auto's met een diefstalalarm of functie voor starten op afstand.

Wanneer u binnen drie seconden opnieuw op de vergrendelknop drukt, klinkt de claxon, wat erop wijst dat uw auto al is vergrendeld terwijl er een portier is geopend. U kunt deze functie uit- of inschakelen via het informatiedisplay.

LESEN SIE MEHR: