De rijpositie die uw voorkeur heeft (de positie van de bestuurdersstoel, het stuur en de buitenspiegels), kan met een druk op de knop in het geheugen worden opgeslagen en weer worden opgeroepen.
Er kunnen drie verschillende posities worden opgeslagen in het geheugen.
■ Procedure voor opslaan
1. Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Zet de bestuurdersstoel, het stuurwiel en de buitenspiegels in de gewenste positie.
4. Druk, terwijl u de toets SET ingedrukt houdt of binnen 3 seconden nadat de toets SET is ingedrukt, op toets 1, 2 of 3 tot de zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een instelling was opgeslagen, zal deze worden overschreven.
■ Procedure voor oproepen
1. Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Houd een van de toetsen van de rijpositie die u wilt oproepen ingedrukt totdat de zoemer klinkt.
■ Het oproepen van de stoelpositie halverwege onderbreken Voer een van de volgende handelingen uit:
■ Stoelposities die in het geheugen kunnen worden opgeslagen Andere ingestelde posities dan de ingestelde positie met de schakelaar van de lendensteunverstelling kunnen in het geheugen worden opgeslagen.
■ Bedienen van het ergonomische geheugen nadat het contact UIT is gezet De opgeslagen posities kunnen gedurende 180 seconden na het openen van het bestuurdersportier nog worden geactiveerd en nog eens 60 seconden na het sluiten van het portier. De opgeslagen stand van het stuurwiel kan worden geactiveerd door op de startknop te drukken.
■ Het ergonomisch geheugen op de juiste wijze gebruiken Als de stoel al in de verst mogelijke stand staat en de stoel wordt in dezelfde richting bewogen, dan wijkt de opgeslagen positie mogelijk iets af wanneer deze wordt opgeroepen.