Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en
airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
- Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar
het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen,
luchtroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de
bagageruimte vrij
blijven.
- Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt.
Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
- Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf
tot tien minuten aan
om het systeem in perfecte staat te houden.
- Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de
filterelementen periodiek
vervangen (zie de rubriek "Controles").
Wij raden u een gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het
toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de
inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
- Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals
voorgeschreven in het garantie- en
onderhoudsboekje, om het systeem in perfecte staat te houden.
- Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg
het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Om het brandstofverbruik te verminderen kunt u de airconditioning
uitschakelen (toets A/C)
terwijl de automatische stand ingeschakeld blijft. Als in deze stand de
ruiten beginnen te
beslaan, kunt u de airconditioning tijdelijk inschakelen om de ruiten te
ontwasemen.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een
steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden
uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming door de
airconditioning kan ertoe leiden dat zich
een klein plasje water onder de auto
vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Als u geen concessies wilt doen aan het
thermische comfort, start dan de motor
of laat deze permanent draaien door op
de toets ECO OFF te drukken.
LESEN SIE MEHR:
De ventilatie zorgt voor een optimaal comfort
en zicht in het interieur.
Bedieningspaneel
De lucht kan afhankelijk van de instellingen
van de bestuurder, voorpassagier of
achterpassagiers via verschillende circuits
worden toegevoerd.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel kilometer
u nog verwijderd bent van de eerstvolgende
onderhoudsbeurt volgens het onderhoudsschema van
de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling
van de onderhoudsindicator op basis van het aantal
afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.