Handmatig bedienbare achterklep
Achterklep openen
- De achterklep wordt samen met de portieren vergrendeld of ontgrendeld
met behulp van de sleutel, de afstandsbediening, de Smart Key of de
schakelaar voor de portiervergrendeling/ ontgrendeling.
- De achterklep kan ook apart worden ontgrendeld door de
achterklepontgrendeltoets op de afstandsbediening (of Smart Key)
gedurende ongeveer 1 seconde in te drukken.
- Indien de achterklep ontgrendeld is, kunt u hem openen door de
hendel in te drukken en de klep omhoog te trekken.
- Als de achterklep wordt geopend en gesloten, zal hij automatisch
vergrendelen (Alle deuren moeten vergrendeld zijn.)
OPMERKING In een koud en nat klimaat werken de portiervergrendeling en portiermechanismen mogelijk niet goed door bevriezingsverschijnselen.
WAARSCHUWING De achterklep klapt naar boven open. Zorg dat er geen personen of voorwerpen bij de achterzijde van de auto staan als u de achterklep opent.
LET OP Controleer of de achterklep gesloten is voordat u met de auto gaat rijden. Er kan schade ontstaan aan de gasveren van de achterklep en de bevestigingsmaterialen, als u de achterklep niet sluit voordat u gaat rijden.
Achterklep sluiten
Trek de achterklep naar beneden en druk hem stevig vast. Zorg ervoor dat
de achterklep goed dicht zit.
WAARSCHUWING Controleer of er zich geen handen, voeten en andere lichaamsdelen in de buurt bevinden voordat u de achterklep sluit.
LET OP Zorg dat er niets bij het slot en de slotvanger van de achterklep zit als u de achterklep sluit. Hierdoor kan het slot van de achterklep beschadigd raken.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING Uitlaatgas Als u met een geopende achterklep rijdt, worden gevaarlijke uitlaatgassen in het interieur gezogen, wat kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel van de inzittenden. Wanneer u met een geopende achterklep moet rijden, houd dan de uitstroomopeningen en alle ruiten open, zodat extra frisse lucht het interieur in komt.
Toets elektrische achterklep openen/ sluiten
Schakelaar handgreep achterklep
Toets elektrische achterklep sluiten
Krachtoverbrenging
Informatie over het stroomverbruik van uw hybride auto is beschikbaar
via het gedeelte Apps van het aanraakscherm.
Aanduiding
Item
Omschrijving
A
Vermogen
Dit wijst erop welke
modus actief is in het voertuigsysteem.
Menu-item
Actie en omschrijving
Status: hybride aandrijving
De elektromotor en de
benzinemotor drijven de auto aan.
Status: Hoogvoltage-accu wordt opgeladen
Het hybride systeem
slaat vermogen op in de hoogspanningsaccu.
Status: inactief
De auto staat stil of
deelt erg weinig vermogen tussen de onderdelen van het
elektrische systeem.
Status: elektrische aandrijving
De auto rijdt in
elektrische modus (het vermogen komt van de elektromotor). In
deze modus is de benzinemotor uitgeschakeld.
B
Stroom van motor naar
wielen
Toont de richting van
de stroom tussen de wielen en de elektromotor.
C
Elektr. motor
Stelt de hybride
elektromotor voor. Hoe hoger het motorvermogen, des te groter de
cirkel rond dit knooppunt zal zijn. Wanneer de auto klaar is
voor vertrek, gaat het motorknooppunt branden.
D
Stroom accu naar motor
1
Geeft de richting van
de stroom tussen de hoogspanningsaccu en de elektromotor weer.
Een stroom naar de motor toe wijst erop dat de accu vermogen
levert om de auto aan te drijven (de accu wordt ontladen). Een
stroom naar de accu toe wijst erop dat de elektromotor stroom
levert aan de accu (de accu wordt opgeladen).
E
Overig
2
Omvat alle
stroomverbruik van de accessoires met laagspanning, zoals de
ventilator voor klimaatregeling, koplampen en stoelverwarming.
Hoe hoger het stroomverbruik van deze accessoires, des te groter
de cirkel rond het knooppunt zal zijn. Dit knooppunt gaat
branden telkens wanneer de auto is ingeschakeld aangezien er
steeds een minimum aan energie wordt verbruikt.
F
Temperatuurregeling
2,3
Omvat het
stroomverbruik van de hoogspanningscomponenten voor
klimaatregeling, zoals de elektrische aircocompressor. Hoe hoger
het stroomverbruik van deze componenten, des te groter de cirkel
rond dit knooppunt zal zijn.
G
Accu
Stelt uw
hoogspanningsaccu voor. Er brandt een cirkel rond het knooppunt
wanneer de hoogspanningsaccu vermogen ontvangt van regeneratief
remmen of opladen via de motor. Hoe hoger de stroom naar de
hoogspanningsaccu, des te groter de cirkel rond dit knooppunt
zal zijn.
H
Brandst.
Stelt de brandstoftank
in de auto voor.
I
Stroom brandstof naar
motor
Toont de stroom van de
brandstoftank naar de motor wanneer de motor draait en brandstof
verbruikt (soms draait de motor maar verbruikt deze geen
brandstof). Wanneer de motor draait, maar geen brandstof
verbruikt, is het motorknooppunt actief, maar is het
brandstofpad uit. Een voorbeeld hiervan is wanneer u het
gaspedaal niet intrapt en de auto tegen een hoge snelheid
rijdt.
J
Motor aan wegens:
Geeft u de reden(en)
waarom de benzinemotor draait. Wanneer de benzinemotor is
uitgeschakeld, verschijnt deze weergave niet. De redenen voor Motor draait omwille van worden weergegeven door het systeem
in een tabel na deze lijst.
K
Stroom van motor naar
motor
Toont de richting van
de stroom tussen de motor en de elektromotor. De richting wijst
erop dat de motor stroom levert aan het elektrisch
hoogspanningssysteem of dat het elektrisch hoogspanningssysteem
vermogen levert om de motor te regelen of te starten.
L
Motor
Geeft de benzinemotor
weer. Dit gaat alleen branden wanneer de benzinemotor is
ingeschakeld. Hoe hoger het motorvermogen, des te groter de
cirkel rond dit knooppunt zal zijn.
M
Stroom van motor naar
wielen
Toont de richting van
de stroom tussen de motor en de wielen.
N
Aandrijv.
Geeft het vermogen naar
de wielen weer. Hoe hoger het wielvermogen, des te groter de
cirkel rond dit knooppunt zal zijn. Wanneer de motor is
uitgeschakeld, wordt het aandrijfvermogen in het blauw
weergegeven. Wanneer de motor is ingeschakeld, wordt het
aandrijfvermogen in het grijs weergegeven.