Interieurverlichting achteraan
Type 1
Type 2
Type 3
Druk op de knop om de lampen in of uit te schakelen.
LESEN SIE MEHR:
N.B.:
De schakelaars van de
interieurverlichting vooraan bevinden zich in de dakconsole. De exacte
locatie van elke knop op de dakconsole is afhankelijk van de kenmerken
van uw voertuig.
N.B.: Druk op de vereiste
knop om de portierfunctie uit te schakelen wanneer u een portier opent.
Als de portierfunctie is uitgeschakeld en u een portier opent, blijven
de instapverlichting en de portierlampen uit. De controlelamp brandt
geel als de portierfunctie is uitgeschakeld.
Selecteer het volgende met behulp van het aanraakscherm:
Selecteer de instellingenoptie in de functiebalk.
Selecteer sfeerverlichting.
Als uw auto voozien is van koplampsproeiers
en u wilt het niveau controleren of bijvullen,
parkeert u de auto en zet u de motor af.
Controleer of de motor geheel is afgezet
voordat u de motorkap opent.
Verwijder de dop van het
ruitensproeiervloeistofreservoir.
Knijp de pipet af om te voorkomen dat er
lucht inkomt.
Verwijder de pipet uit het reservoir en lees
via de doorzichtige buitenkant het niveau af.
Vul indien nodig het niveau bij.
Plaats de dop terug op het reservoir en
sluit de motorkap.