Lamp dashboardkastje vervangen
1. Met een platte schroevendraaier wrikt u de lampbehuizing voorzichtig
los van het binnenwerk. 2. Trek de lamp recht naar buiten. 3. Steek
een nieuwe lamp in de fitting. 4. Monteer de lampeenheid weer in het
huis van de interieurverlichting.
LET OP Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing niet vuil worden of beschadigd raken.
Lamp bagageruimteverlichting vervangen (sedan)
1. Wrik het afdekkapje met een platte schroevendraaier voorzichtig los uit
het huis van de verlichting. 2. Trek de lamp recht naar buiten. 3.
Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4. Breng de lipjes van de lens in lijn
met de uitsparingen in het huis van de verlichting en klik de lens vast.
LET OP Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing niet vuil worden of beschadigd raken
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING Controleer, voordat u de lamp gaat vervangen, of de toets OFF is ingedrukt om te voorkomen dat u zich brandt of een schok krijgt.
Wrik het afdekkapje met een platte schroevendraaier voorzichtig los
uit het huis van de verlichting.
Trek de lamp recht naar buiten.
Steek een nieuwe lamp in de fitting.
Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het
huis van de verlichting en klik de lens vast.
1. Wrik het afdekkapje met een platte schroevendraaier voorzichtig los uit
het huis van de verlichting. 2. Trek de lamp recht naar buiten. 3.
Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4. Breng de lipjes van de lens in lijn
met de uitsparingen in het huis van de verlichting en klik de lens vast.
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo
veel mogelijk te vermijden, want het water kan
de motor, versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd weggedeelte te rijden, doe dan het
volgende:
kijk of het water niet meer dan 15 cm
diep is, houd daarbij rekening met golven
die door andere weggebruikers kunnen
worden veroorzaakt,
schakel het Stop & Start-systeem uit,
rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet
sneller dan 10 km/h,
zet de auto niet stil en zet de motor niet af.