Instructieboekje, auto handleidingen

Lampen vervangen

Richtingaanwijzers voor (gloeilamp)

1. Alleen linkerzijde: Druk de clip in en verwijder de vulpijp van het ruitensproeierreservoir.

Onderhoud, zelf uit te voeren

2. Draai de lamphouder linksom.

Onderhoud, zelf uit te voeren

3. Verwijder de lamp.

Onderhoud, zelf uit te voeren

4. Plaats een nieuwe lamp en vervolgens de lamphouder in de lichtunit door de lamphouder erin te steken en deze rechtsom te draaien.

Schakel na het plaatsen van de lamp de richtingaanwijzer voor in om visueel te controleren of er geen licht uit de lampvoet schijnt.

Onderhoud, zelf uit te voeren

5. Plaats na het vervangen van de linker lamp de vulpijp van het ruitensproeierreservoir terug.

■ Instapverlichting spiegelvoet

1. Druk op het bovenste gedeelte van de buitenspiegel om het spiegelglas naar boven te kantelen en breng beschermende tape aan op het onderste gedeelte van de spiegelkap.

Onderhoud, zelf uit te voeren

2. Steek er 2 met beschermende tape omwikkelde schroevendraaiers tussen en maak de lippen achter het spiegelglas los.

Beweeg het spiegelglas naar u toe en maak de lippen met 2 tegelijk los.

Wees voorzichtig en laat het spiegelglas niet vallen.

Onderhoud, zelf uit te voeren

3. Neem de stekkers achter het spiegelglas los en verwijder het spiegelglas.

Merk bij het verwijderen van de dunne stekkers een van de stekkers met een stuk tape om te voorkomen dat u ze verkeerd om aansluit.

Wees voorzichtig en laat het spiegelglas niet vallen.

Raak de onderdelen van het spiegelglas waarop vet is aangebracht niet aan.

Het aantal aanwezige stekkers is afhankelijk van de specificatie van de auto.

Onderhoud, zelf uit te voeren

4. Verwijder de 5 schroeven en verwijder de buitenste spiegelkap en de kap achter de spiegel.

Onderhoud, zelf uit te voeren

5. Draai de lamphouder linksom.

Onderhoud, zelf uit te voeren

6. Verwijder de lamp.

Onderhoud, zelf uit te voeren

7. Plaats een nieuwe lamp en vervolgens de lamphouder in de lichtunit door de lamphouder erin te steken en deze rechtsom te draaien.

Breng bij het plaatsen van de fitting de merktekens van het verlichtingshuis en de fitting in lijn.

Onderhoud, zelf uit te voeren

8. Plaats de spiegelkap op het spiegelframe, zet hem vast met een schroef en plaats de richtingaanwijzer opzij en de instapverlichting buitenzijde.

Gebruik alleen de schroefpositie die in de afbeelding is aangegeven.

Breng de lipjes van de richtingaanwijzer opzij en de kap in lijn en plaats het geheel.

Laat de lippen in de groef van het huis van de instapverlichting aan de buitenzijde in die van de kap grijpen en zet het huis vast.

Schakel na het plaatsen van het huis van de instapverlichting aan de buitenzijde de instapverlichting aan de buitenzijde in om visueel te controleren of er geen licht uit de lampvoet schijnt.

Onderhoud, zelf uit te voeren

9. Maak de lipjes los en neem de boven- en onderzijde van de buitenste spiegelkap los van elkaar.

Onderhoud, zelf uit te voeren

10. Plaats de buitenste spiegelkap door eerst de onderzijde en daarna de bovenzijde te plaatsen.

Plaats de pen van de richtingaanwijzer opzij in het gat van de kap om de onderzijde van de kap te plaatsen.

Onderhoud, zelf uit te voeren

11. Bevestig de kap met de schroeven en sluit de stekkers weer aan.

Bevestig de bedrading door deze op de oorspronkelijke positie in de haken aan de achterzijde van het spiegeloppervlak te plaatsen.

Onderhoud, zelf uit te voeren

12. Lijn de lippen uit en bevestig het spiegelglas door de lippen in diagonale paren naar binnen te drukken.

Zorg ervoor dat u de lippen in de volgorde zoals in de afbeelding is aangegeven plaatst en druk ze naar binnen totdat u een klikgeluid hoort.

Hoort u geen klikgeluid, forceer de lippen dan niet verder. Verwijder het spiegelglas en controleer of de lippen goed zijn uitgelijnd.

Verwijder na het bevestigen van de spiegel de beschermende tape van het onderste deel van de spiegelkap.

Onderhoud, zelf uit te voeren

Vervangen van de volgende lampen Laat de onderstaande lampen vervangen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

  • Koplampen
  • Parkeerlichten voor en dagrijverlichting
  • Richtingaanwijzers voor (led)
  • Richtingaanwijzers opzij
  • Rem-/achterlichten
  • Achterlichten
  • Achteruitrijlicht
  • Richtingaanwijzers achter
  • Mistachterlicht
  • Derde remlicht
  • Kentekenplaatverlichting

Ledlampen Behalve de richtingaanwijzers voor (gloeilamp) en de instapverlichting in de spiegelvoet zijn alle lampen voorzien van een aantal leds. Laat een defecte led vervangen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Condensvorming in de koplampen Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van het koplampglas is normaal. Neem in de volgende gevallen contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie:

  • Als er erg veel condens aan de binnenzijde van het koplampglas zit.
  • Als de binnenzijde van de koplamp nat is en blijft.

Wanneer u de richtingaanwijzers voor vervangt (gloeilamp) Wanneer de vulpijp van het ruitensproeierreservoir wordt verwijderd terwijl er een grote hoeveelheid ruitensproeiervloeistof in het ruitensproeierreservoir aanwezig is, wordt er mogelijk ruitensproeiervloeistof op de auto gemorst en dient u dit te verwijderen.

Bij het vervangen van lampen

WAARSCHUWING

■ Lampen vervangen

  • Schakel de verlichting uit. Wacht na het uitschakelen van de verlichting tot de lampen zijn afgekoeld.

    De lampen kunnen erg heet worden en brandwonden veroorzaken.

  • Raak het glas van de lamp niet aan met blote handen. Als u het glas van de lamp toch moet vastpakken, gebruik daarvoor dan een schone droge doek, om te voorkomen dat er vocht of olie op de lamp komt.

    Als de lamp een kras heeft of is gevallen, kan deze defect raken of breken.

  • Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips goed vastzitten. Anders kan de lamp door oververhitting beschadigd raken, kan brand ontstaan of kan water binnendringen in de koplampunit. Hierdoor kunnen de koplampen beschadigd raken en kan condensvorming in de koplamp optreden.

■ Voorkomen van schade en brand

  • Controleer of de lampen en borgclips goed vastzitten.
  • Controleer het vermogen van de lamp voordat deze wordt geplaatst om beschadiging door hitte te voorkomen.

 

OPMERKING

■ Bij het vervangen van de instapverlichting in de spiegelvoet Als de voorportierruit u hindert bij de vervangingsprocedure, open deze dan om u voldoende werkruimte te verschaffen. Wanneer u niet voor voldoende werkruimte zorgt, kunt u krassen op de auto veroorzaken.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Voorbereiden van het vervangen van een lamp

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Bij problemen

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Richtingaanwijzers

    Om de richtingaanwijzers te kunnen gebruiken, moet het contact in de stand ON staan. Beweeg de combischakelaar omhoog of omlaag (A) om de richtingaanwijzers in te schakelen. De groene, pijlvormige controlelampjes op het instrumentenpaneel geven aan welke richtingaanwijzer in werking is. Na het nemen van de bocht, worden de lampjes automatisch uitgeschakeld. Zet de combischakelaar handmatig terug in de middenstand als de richtingaanwijzers na een bocht blijven knipperen.