Instructieboekje, auto handleidingen

Motorolieniveaumeter

Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten van het contact eerst de onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.

Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.

Olieniveau correct

Olieniveau correct

Te weinig olie

Als het motorolieniveau te laag is, wordt de melding "Te laag olieniveau" op het instrumentenpaneel weergegeven in combinatie met het branden van het verklikkerlampje Service en een geluidssignaal.

Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige motorschade ontstaat.

Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".

Storing van de motorolieniveaumeter

Als de melding "Ongeldige meting olieniveau" wordt weergegeven, duidt dit op een storing in de motorolieniveaumeter.

Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het motoroliepeil niet meer gecontroleerd.

Zolang het systeem niet werkt, moet u het motoroliepeil controleren met de peilstok in de motorruimte.

Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Onderhoudsindicator

    De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het onderhoudsschema van de fabrikant.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Kilometerteller en dagteller

    De kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij het afzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Elektrisch bedienbare ruiten

    WAARSCHUWING Laat kinderen niet zonder toezicht in uw auto achter en laat hen niet met de elektrische ruitbediening spelen. Als u deze instructie negeert, kan dat verwondingen tot gevolg hebben.Controleer bij het sluiten van de elektrisch bediende ruiten of de ruiten vrij van obstakels zijn en of kinderen en huisdieren zich niet in de nabijheid van de ruitopeningen bevinden. N.B.:  De bediening van de ruit kan stoppen of vertragen wanneer het accupeil laag is en de motor opnieuw wordt gestart. De werking wordt hervat nadat de motor is gestart. N.B.:  U kunt een pulserend geluid horen als er slechts één ruit geopend is.Open de tegenoverliggende ruit een stukje om het geluid te verminderen.