Nooduitrusting
In het voertuig bevinden zich enkele nooduitrustingen die u in geval van
nood van pas kunnen komen.
Brandblusser
Als er een kleine brand is uitgebroken en u weet hoe een brandblusser
werkt, dan kunt u onderstaande stappen voorzichtig volgen.
- Trek aan de borgpen aan de bovenzijde van de brandblusser (deze
voorkomt dat de hendel per ongeluk wordt ingedrukt).
- Richt de straalpijp op de basis van de vlammen.
- Houd ongeveer 2,50 m afstand van de vuurhaard en knijp de
hendel in om te blussen. Als u de hendel loslaat, stopt het blussen.
- Beweeg de straalpijp heen en weer richting de basis van de
vlammen Blijf de vuurhaard in de gaten houden, ook als de vlammen
lijken te zijn gedoofd. Het vuur kan opnieuw oplaaien.
EHBO set
De EHBO set bevat onder andere een verbandschaar, verband, pleisters enz
zodat eerste hulp kan worden verleend aan iemand die gewond is geraakt.
Gevarendriehoek
Plaats de gevarendriehoek op de weg om achteropkomend verkeer te
waarschuwen, bijvoorbeeld wanneer u met pech langs de kant van de weg
staat.
Bandenspanningsmeter (indien van toepassing)
De bandenspanning neemt ook onder normale omstandigheden langzaam af,
zodat u af en toe de banden moet oppompen Dit duidt niet op een lek, maar
is een normaal verschijnsel. Controleer de bandenspanning altijd bij koude
banden, omdat de bandenspanning bij een hogere temperatuur toeneemt U
kunt de bandenspanning als volgt controleren:
- Draai de ventieldop los, die zich op de velg van de band
bevindt.
- Houd de bandenspanningsmeter aangedrukt op het ventiel. Er kan
aanvankelijk wat lucht ontsnappen en er zal meer lucht ontsnappen
wanneer u de bandenspanningsmeter niet stevig aandrukt.
- De bandenspanningsmeter wordt geactiveerd wanneer u deze stevig
en zonder lucht te laten ontsnappen aandrukt.
- Lees de bandenspanning af op de meter om te weten of de
bandenspanning laag of hoog is.
- Pas de bandenspanning zo nodig aan. Zie "Banden en wielen" op
bladzijde .
- Plaats de ventieldop terug.
LESEN SIE MEHR:
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële Kia dealer of een
erkend bergingsbedrijf Als dit niet mogelijk is, mag de auto tijdelijk
worden gesleept met een sleepkabel of ketting die aan het sleepoog aan de
voor of achterzijde van de auto is bevestigd. Wees voorzichtig bij het
slepen van de auto. Zorg dat een ervaren bestuurder in de te slepen auto zit
om te sturen en de remmen te bedienen Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand en met lage snelheid. Bovendien
moeten de wielen, aandrijfassen, transmissie, stuurinrichting en remmen in
orde zijn.
Gebruik de sleepogen niet om een andere auto weg te slepen die
vastzit in de modder of iets dergelijks waar hij niet op eigen kracht
uit kan komen.
Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt
gesleept.
De bestuurders van beide auto’s dienen goed met elkaar te
communiceren.
Afmetingen en gewichten
*1: Ongeladen auto
*2: Auto's met 255/35R18-banden
*3: AVE30L-AEXEHW- en AVE30R-AEXEHW-uitvoeringen
*4: AVE30L-AEXLHW- en AVE30R-AEXLHW-uitvoeringen
De modelcode staat vermeld op het typeplaatje.
*5: Auto's met trekhaakpakket