Onderhoud aan aanvullend veiligheidssysteem (SRS)
Het aanvullend veiligheidssysteem is nagenoeg onderhoudsvrij en bevat geen onderdelen waaraan u zelf veilig onderhoud kunt plegen. Als het Waarschuwingslampje van het airbagsysteem niet gaat branden of blijft branden, moet u het systeem laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
WAARSCHUWING
- Modificaties aan onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem of de bedrading, inclusief het aanbrengen van stickers, enz. op afdekkappen of modificaties aan de carrosseriestructuur kunnen ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt, waardoor letsel kan ontstaan.
- Reinig de afdekkappen van de airbags alleen met een zachte, droge doek of met een doek die bevochtigd is met schoon water. Oplosen reinigingsmiddelen kunnen het materiaal van de afdekkappen aantasten en de werking van het systeem in negatieve zin beïnvloeden.
- Er mogen geen objecten op of in de buurt van de airbags in het stuurwiel, op het instrumentenpaneel of op het dashboardpaneel boven het dashboardkastje worden geplaatst omdat dergelijke voorwerpen letsel kunnen veroorzaken als de airbags bij een aanrijding worden geactiveerd.
- Laat het systeem vervangen door een professionele werkplaats als de airbags opgeblazen worden. Kia raadt aan om een officiële Kiadealer/ servicepartner te bezoeken.
- Ontkoppel het airbagsysteem niet en voer geen aanpassingen aan de bedrading uit. Dat geldt ook voor andere onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem. Als u dat wel doet, kunt u letsel oplopen, omdat de airbags onverwacht kunnen worden geactiveerd of juist niet worden geactiveerd wanneer dat wel nodig is.
- Als onderdelen van het airbagsysteem moeten worden afgevoerd of als de auto in zijn geheel moet worden afgevoerd, moeten bepaalde voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid in acht worden genomen. Een officiële Kia dealer kent deze voorzorgsmaatregelen en kan u de benodigde informatie verstrekken. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen en procedures vergroot de kans op persoonlijk letsel.
- Als uw auto onder water gestaan heeft en de vloerbedekking doorweekt is of er water op de vloer staat, moet u niet proberen de motor te starten; laat uw voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen een officiële Kia dealer/servicepartner.
LESEN SIE MEHR:
❈ De feitelijke airbags kunnen er anders uitzien dan op de afbeelding
De curtain airbags bevinden zich langs de rand van het dak boven de voor en
achterportieren Deze zijn ontworpen om bij bepaalde aanrijdingen van
opzij de hoofden van de voorste inzittenden en de passagiers op de
buitenste zitplaatsen achter te beschermen De curtain airbags zijn
ontworpen om tijdens bepaalde aanrijdingen van opzij te worden
geactiveerd, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, de hoek, de
snelheid en de plaats van impact. Als bij een frontale aanrijding echter de
drempelwaarde voor het activeren van de zijairbags wordt overschreden,
kunnen ook de zijairbags worden geactiveerd De curtain airbags kunnen aan
de zijde van de aanrijding of aan beide zijden worden geactiveerd De
curtain airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij of bij
over de kop slaan geactiveerd te worden.
Vervoer nooit mensen in de bagageruimte of op een neergeklapte
rugleuning Laat iedereen rechtop zitten, met de rug tegen de
rugleuning van de stoel, de veiligheidsgordel om en de voeten op de
vloer.
De inzittenden mogen tijdens het rijden niet uit hun stoel komen of
van plaats wisselen. Een inzittende die zijn of haar veiligheidsgordel
niet draagt, kan tijdens een aanrijding of een noodstop door de auto
worden geslingerd, tegen andere inzittenden aan, of zelfs uit de auto
worden geslingerd.
Elke veiligheidsgordel is bestemd voor één persoon. Als er meerdere
personen van dezelfde veiligheidsgordel gebruik maken, kunnen ze bij
een aanrijding ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Maak geen gebruik van accessoires die aan de veiligheidsgordels
moeten worden bevestigd. Accessoires die claimen het comfort voor de
inzittenden te verbeteren of die de gordel anders geleiden, kunnen de
beschermende werking van de veiligheidsgordel in negatieve zin
beïnvloeden en de kans op letsel bij een aanrijding vergroten.
De inzittenden moeten geen harde of scherpe voorwerpen plaatsen
tussen henzelf en de airbags. Het dragen van harde of scherpe
voorwerpen rond uw middel of het in uw mond houden van dergelijke
voorwerpen kan ernstig letsel veroorzaken als een airbag wordt
geactiveerd.
Blijf op veilige afstand van de afdekkappen van de airbags. Laat
iedereen rechtop zitten, met de rug tegen de rugleuning van de stoel,
de veiligheidsgordel om en de voeten op de vloer. Als inzittenden zich
te dicht bij een airbag bevinden, kunnen ze letsel oplopen als de
airbags worden geactiveerd.
Bevestig geen voorwerpen aan of in de buurt van de afdekkappen van de
airbags. Voorwerpen die zijn bevestigd aan of in de buurt van de
afdekkappen van de airbags vóór of de zijairbags kunnen een juiste
werking van de airbags in negatieve zin beïnvloeden.
Modificeer de voorstoelen niet. Modificatie van de voorstoelen kan de
werking van de sensoren van het aanvullend veiligheidssysteem of van
de zijairbags in negatieve zin beïnvloeden.
Plaats niets onder de voorstoelen Het plaatsen van voorwerpen onder
de voorstoelen kan de werking van de sensoren van het aanvullend
veiligheidssysteem of van de bedrading in negatieve zin beïnvloeden.
Laat nooit het heupgedeelte van uw gordel om een kind heen
lopen dat op uw schoot zit. Het kind zou ernstig letsel kunnen oplopen
in geval van een aanrijding. Baby’s en kinderen moeten op de juiste
manier in geschikte kinderzitjes of gordels op de achterstoelen worden
vervoerd.
Druk op de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende
functies weer te geven.
- Actuele informatie:
actieradius,
actueel brandstofverbruik,
de teller van het Stop & Startsysteem.