Opbergvak
Deze opbergvakken kunnen worden gebruikt om kleine voorwerpen in op te
bergen.
LET OP
- Laat geen waardevolle spullen achter in de opbergvakken, om diefstal te voorkomen.
- Houd de deksels van de opbergvakken tijdens het rijden gesloten. Plaats niet te veel voorwerpen in de opbergvakken om te voorkomen dat de deksels niet gesloten kunnen worden.
WAARSCHUWING Brandbare materialen Bewaar geen aanstekers of andere brandbare of explosieve materialen in de auto. Deze kunnen ontploffen of vlam vatten wanneer de auto gedurende lange tijd blootgesteld staat aan hoge temperaturen.
Opbergvak middenconsole
Trek de hendel omhoog om het opbergvak in de middenconsole te openen.
LESEN SIE MEHR:
Het automatische ontwasemingssysteem verkleint de kans op het beslaan
van de binnenzijde van de voorruit doordat de aanwezigheid van vocht aan
de binnenzijde van de voorruit automatisch gesignaleerd wordt.
Het dashboardkastje kan met een hoofdsleutel worden vergrendeld en
ontgrendeld (indien van toepassing) Om het dashboardkastje te openen,
trekt u aan de hendel (1), en het kastje gaat automatisch open. Sluit het
dashboardkastje na gebruik.
Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als de selectiehendel van stand P
(parkeren) of N (neutraal) in een andere stand wordt gezet.
Zet de selectiehendel nooit in stand P (parkeren) als de auto
nog niet volledig tot stilstand is gekomen.
Zorg ervoor dat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen
voordat stand R (achteruit) of D (rijden) wordt ingeschakeld.
Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is
bijzonder gevaarlijk Laat het voertuig bij het rijden altijd in een
versnelling staan.
Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt.
Hierdoor kunnen de remmen oververhit raken en dienst gaan weigeren.
Schakel in plaats daarvan bij het afrijden van een lange helling terug
naar een lagere versnelling. Hierdoor remt de auto af op de motor.
Verlaag de snelheid voordat u terugschakelt Anders kan de
lagere versnelling misschien niet worden ingeschakeld.
Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw niet uitsluitend op
stand P (parkeren) van de transmissie om het voertuig op zijn plaats
te houden.
Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde
ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gas geven en
schakelen. Op een glad wegdek kan een abrupte snelheidsverandering
leiden tot verlies van grip van de aangedreven wielen, waardoor u de
controle over uw auto kunt verliezen.
Voor de beste prestaties en een zo laag mogelijk
brandstofverbruik moet het gaspedaal met een gelijkmatige beweging
worden ingetrapt en losgelaten.