Instructieboekje, auto handleidingen

Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes

Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.

Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).

Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes

* Reiswiegen en babyautostoeltjes kunnen niet op de passagiersstoel vóór worden geplaatst.

** De ISOFIX reiswieg die aan de onderste ringen van een ISOFIX-plaats wordt bevestigd, neemt de totale ruimte van de achterbank in beslag.

IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem aan de bovenste ring van de ISOFIX-plaatsen.

IL-SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:

  • rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,
  • gezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
  • reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.

Raadpleeg de rubriek "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem.

X: zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een kinderzitje of een reiswieg uit de aangegeven gewichtsklasse.

Verwijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning te bevestigen op een passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is verwijderd.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Door CITROËN aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes

    Het CITROËN-netwerk levert een gamma ISOFIX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes, die zijn voorzien van een onderdeelnummer, zijn goedgekeurd voor gebruik in uw auto. "Baby P2C Mini" met ISOFIX-basis (lengtecategorie: C, D, E) Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A. De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis gebruikt.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Adviezen voor kinderzitjes

    De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Zuinig rijden

    Het brandstofverbruik van uw auto is voornamelijk afhankelijk van uw rijstijl, de plaatsen waar u rijdt en de omstandigheden waaronder u rijdt Uw rijstijl is van invloed op het totale aantal kilometers dat u op een liter brandstof kunt afleggen. Door de onderstaande suggesties op te volgen, verbruikt uw auto zo min mogelijk brandstof en bespaart u geld op zowel de brandstof als op reparaties en onderhoud: Rijd zo vloeiend mogelijk. Trek geleidelijk op. Rijd niet volgas weg bij een verkeerslicht, trek niet ver door in de versnellingen en houd uw snelheid zo constant mogelijk. Sprint niet van verkeerslicht naar verkeerslicht. Pas uw snelheid zoveel mogelijk aan de snelheid van de overige verkeersdeelnemers aan zodat u niet onnodig moet afremmen of optrekken. Vermijd indien mogelijk verkeersopstoppingen Bewaar altijd voldoende afstand tot uw voorligger, zodat u onnodig remmen kunt voorkomen. Dat beperkt tevens de slijtage aan het remsysteem. Rijd niet harder dan nodig is. Hoe harder u rijdt, hoe meer brandstof uw auto verbruikt. Rijden met een constante, niet al te hoge snelheid, vooral op de snelweg, is een van de meest effectieve manieren om brandstof te besparen. Regel de snelheid niet met het rempedaal of het koppelingspedaal. Dat verhoogt het brandstofverbruik en kan tevens de slijtage aan deze componenten bespoedigen. Verder kan, als u uw voet tijdens het rijden op het rempedaal laat rusten, het remsysteem oververhit raken, waardoor de remwerking afneemt, met mogelijk ernstige consequenties. Zorg goed voor uw banden. Houd de bandenspanning op de aanbevolen waarde. Een onjuiste bandenspanning, te hoog of te laag, leidt tot onnodige bandenslijtage. Controleer de bandenspanning minimaal een keer per maand. Zorg ervoor dat de wielen goed uitgelijnd zijn. Een onjuiste uitlijning van de wielen kan het gevolg zijn van het rijden tegen stoepranden of van het met een te hoge snelheid rijden over een weg met kuilen en hobbels. Een onjuiste uitlijning zorgt voor een snellere bandenslijtage en kan naast een hoger brandstofverbruik ook nog andere problemen veroorzaken. Houd uw auto in goede conditie. Voor een lager brandstofverbruik en minder onderhoudskosten, onderhoud je voertuig volgens de onderhoudsschema in Hoofdstuk 9, Onderhoud. Bij ongunstige gebruiksomstandigheden moet u vaker onderhoud laten uitvoeren (zie Hoofdstuk 9, Onderhoud voor meer details). Houd uw auto schoon. Om optimaal service aan uw auto te kunnen laten uitvoeren, moet uw auto schoon zijn en moeten materialen die corrosie kunnen veroorzaken, verwijderd worden Het is vooral belangrijk opeenhopingen van modder, vuil, ijs, enz. aan de onderzijde van de auto te voorkomen Het extra gewicht van dergelijke opeenhopingen verhoogt het brandstofverbruik en het materiaal kan corrosie veroorzaken omdat het lang vochtig kan blijven. Houd uw auto zo licht mogelijk. Vervoer geen onnodig gewicht in uw auto Hoe zwaarder de auto, hoe hoger het brandstofverbruik. Laat de motor niet langer stationair draaien dan nodig is. Als u ergens moet wachten (en niet aan het verkeer deelneemt), zet dan de motor uit en start de motor pas weer als u weg wilt rijden. Denk eraan dat u uw auto niet langdurig warm hoeft te laten draaien Laat de motor na het starten 10 20 seconden stationair draaien voordat u een versnelling inschakelt. Bij zeer lage buitentemperaturen kunt u deze periode iets verlengen. Laat de motor niet "bokken" of met een hoog toerental draaien. Bokken is het verschijnsel dat de motor onregelmatig gaat draaien als u met een te lage snelheid in een te hoge versnelling gaat rijden. Schakel dan terug naar een lagere versnelling. Bij een te hoog toerental draait de motor meer toeren dan goed voor hem is. Dat kan worden voorkomen door te schakelen bij de aanbevolen snelheden. Gebruik de airconditioning met beleid De airconditioning wordt aangedreven door de motor, waardoor het brandstofverbruik toeneemt als de airconditioning gebruikt wordt. Geopende ruiten verhogen bij hoge snelheid het brandstofverbruik. Het brandstofverbruik neemt toe bij zij en tegenwind. Rijd onder deze omstandigheden langzamer om het brandstofverbruik enigszins te beperken.